Zwolle moet een plek zijn voor alle Zwolleneren. Dat betekent dat we ook voor alle Zwollenaren bouwen. En hoewel wij de woonverdeling van 30-40-30 het liefst aangepast zien met meer betaalbare woningen, is dit wel de verdeling die wij als gemeenteraad met elkaar hebben afgesproken.
De vraag die dan voor Breezicht voorligt is: kunnen we niet voldoende betaalbare woningen realiseren of willen we niet voldoende betaalbare woningen realiseren? Vanuit dit vertrekpunt en deze vraag hebben wij het voorstel van het college beoordeeld.
Debatbijdrage Betaalbare woningbouw in Breezicht-Noord maandag 13 december
Het voorstel dat voorligt, is om nu al wel af te wijken van de 30-40-30 programmering, maar slechts de mogelijkheden te onderzoeken om dit op termijn op andere plekken in Stadshagen weer te compenseren. Dit lijkt logisch: het kan nu niet, maar we willen wel kijken hoe we dit ergens anders oplossen.
Het primaire argument om nu toch door te gaan is om vertraging te voorkomen. Maar voorzitter, dit nu een schoolvoorbeeld van een drogreden. De argumentatie is dat we snel door moeten om vertraging te voorkomen. Vertraging van wat is dan de vraag. Dan moeten we kijken naar het gewenste resultaat en de afspraken die we daarover met elkaar hebben. En dat is een woningbouw volgens de 30-40-30 verdeling. Het voorstel wat het college nu doet zorgt juist voor vertraging in de betaalbare categorieën. Sterker nog, het is misschien wel niet alleen vertraging. Het is immers zeer onzeker dat er gecompenseerd wordt.
Wij hebben in deze raad met elkaar afgesproken dat we bouwen voor iedereen. Dan is het voor de PvdA onacceptabel dat we zeggen: voor u met een modaal inkomen is dat een beetje lastig, uw plek, uw woning, uw kavel gaat ook naar de inwoners met een hoger inkomen. En we kijken wel of we mogelijk later alsnog iets kunnen bouwen voor u. Maar daar kunnen we geen garanties op geven.
Wat wil onze fractie dan wel. Wij willen vasthouden aan de afspraken die wij hier met z’n allen gemaakt hebben. Dat betekent een realisatie van de 30-40-30 verdeling in Breezicht. Daarbij zien wij dat de markt voor een belangrijk gedeelte de koopprijzen dicteert. Onze fractie was daarom ook verbaasd naar de focus in de second opinion op koopwoningen. Terwijl het college zelf stelt; dat met name mensen met een lager- en middeninkomen die niet in aanmerkingen komen voor de sociale huurwoning, maar ook geen mogelijkheid hebben om te kopen, moeilijk aan een woning komen.
Wat ons betreft betekent dit daarom per categorie het volgende.
- De 30 procent in de dure categorie kunnen wat ons betreft gebouwd worden. Die woningen blijven ook in prijs stijgen, dus maak daar vooral tempo mee.
- Voor de woningen in een middeldure categorie stellen we voor deze vrijwel volledig met huurwoningen te realiseren, gekoppeld aan de regeling middeldure huur om de prijs en toewijzing te reguleren. Op termijn – over tien á vijftien jaar – kan een gedeelte van deze woningen mogelijk alsnog verkocht worden.
- En voor de woningen in de goedkope categorie; hier kunnen we gewoon 30 procent sociale huur van maken. Daarmee sluiten we ook veel beter aan bij het achterblijven op de ambitie van zevenhonderd woningen in de periode 2020-2023.
Tegelijkertijd moedigen wij het verdere onderzoek aan, dat zowel in de voorliggende nota als in de betaalbaarheidsagenda is aangekondigd, om op termijn niet alleen betaalbare huurwoningen, maar ook betaalbare koopwoningen te kunnen realiseren. Kijk naar erfpacht, kijk naar een terugkoopregeling en kijk naar het coöperatief en collectief ontwikkelen.
Maar voor Breezicht-Noord zijn we helder. We bouwen zoals afgesproken ook betaalbaar. En ja, als dat een jaar extra kost dan is dat zo. Maar liever een jaar uitstel dan afstel. Want dat is wat er nu feitelijk wordt voorgesteld. En daar past onze fractie voor.