Nut en noodzaak van een nieuwe evenementenaccommodatie staan voor ons vast: stad en regio Zwolle hebben dit gewoon nodig, het liefst direct aansluitend op de sluiting van de huidige IJsselhallen. Een overbruggende programmering na 1 januari 2024 op de huidige locatie willen wij daarom nadrukkelijk bepleiten.
De locatie Voorsterpoort Oost waar het college nu voor kiest, spreekt ons aan. In het raadsdebat van 31 augustus over de gebiedsontwikkeling locatie IJsselhallen en omgeving Kamperpoort hebben wij deze plek al als mogelijkheid genoemd. Het verheugt ons dat het college zich hierbij aansluit. Uit een oogpunt van OV-bereikbaarheid zou de Spoorzone de mooiste optie zijn geweest, maar wij delen de conclusie dat daar onvoldoende ruimte is voor een nieuwe accommodatie met bijbehorende voorzieningen. De locatie PEC-stadion ligt wat ons betreft te ver van het station en voegt te weinig toe aan de ontwikkeling van de stad.
Het voorstel van het college roept bij onze fractie de volgende opmerkingen en vragen op.
- Bij de behandeling van de motie op 15 juni jl. viel het ons op dat wethouder Schuttenbeld de raad een voorstel toezegde met niet alleen een locatiekeuze, maar ook een compleet inhoudelijk programma. Dit voorstel biedt inderdaad een onderbouwde locatiekeuze, maar wat de inhoud van de accommodatie betreft komt het niet verder dan enkele schetsen die zo te zien voor de zomer ook al beschikbaar waren. In dat opzicht levert het college minder dan de wethouder had toegezegd.
- Wij volgen de redenering dat de Nieuwe IJsselhallen niet als accommodatie sec kunnen worden ontwikkeld, maar dat hier een combinatie met een aanvullende functie als een hotel wordt gezocht. Het valt ons op dat ‘leisure’ wel als mogelijkheid wordt genoemd, maar dat hier geen maat aan wordt gekoppeld. Hierop en op de ‘ondersteunende kantoren’ horen wij graag een toelichting van de wethouder.
- De bereikbaarheid vanaf het station is wat ons betreft een punt van zorg. De nieuwe accommodatie ligt qua loopafstand verder van het station dan de huidige hallen. Daarbij maakt het overigens wel uit waar de accommodatie uiteindelijk wordt gesitueerd: aan de Rieteweg of aan de Blaloweg. Daarom pleiten wij ervoor de variant Rieteweg serieus te overwegen als eerste optie.
- Het voorstel geeft aan dat de gemeente fors zal moeten investeren om de nieuwe accommodatie in combinatie met ontwikkeling van het gebied mogelijk te maken. Dat verbaast ons niet: het gaat hier in feite om de onrendabele top van het hele project. Wij merken hier wel bij op dat deze gemeentelijke bijdrage haaks staat op het uitgangspunt dat wethouder De Heer steeds heeft verkondigd: ’een nieuwe evenementenaccommodatie moet geheel door de markt worden betaald, Zwolle steekt daar zelf geen geld in’. Dat uitgangspunt blijkt dus onhoudbaar en het is verder nog maar de vraag waar de rekening voor de gemeente uiteindelijk op uitkomt omdat de omvang van het totale project (blijkens de vertrouwelijke bijlage) nog niet vaststaat.
- Afsluitend: in dit voorstel wordt een keuze gemaakt voor een locatie, maar het hele plan – en dus ook de gemeentelijke bijdrage – staat of valt met de uitkomst van de tender. Is het dan niet logischer om die locatiekeuze nu als ‘voorgenomen’ of ‘voorlopig’ te betitelen en het dictum daarop aan te passen?
In de motie van 15 juni 2020, waartoe de Partij van de Arbeid het initiatief had genomen, vroeg de raad unaniem aan het college om vóór de begrotingsbehandeling 2021 een voorstel voor te leggen om daarmee de locatie voor een nieuwe indoor eventvoorziening in Zwolle te bepalen.
Dat voorstel bereikte de raad op 19 november, waardoor dit onderwerp dat voor de ontwikkeling van Zwolle grote betekenis heeft, niet meer bij de begrotingsbehandeling van 13 november kon worden betrokken. Een gemiste kans die onze fractie betreurt.