Best ingewikkeld, maar belangrijk: de spelregels voor in onze achtertuin

24 januari 2022

Bijdrage uitgesproken door Patty Wolthof op 24-1-2022 in de raadszaal

Voorzitter, mijn vrienden hebben er waarschijnlijk enige moeite mee dit te geloven, maar dit debat over “Hoofdlijnen en besluiten met het oog op de Omgevingswet en specifiek het omgevingsplan” is toch wel hét debat waar mijn fractie en ik op hebben zitten wachten de afgelopen jaren. Want de invloed die de raad en inwoners nog hebben op bepaalde toekomstige veranderingen in onze gezamenlijke buitenruimte, moeten we vóór de komst van de Omgevingswet vastleggen, anders vervalt dat recht.

Daarom allereerst een punt van kritiek: een ontzettende misser lijkt het ons dat voor het opstellen van deze belangrijke nota er geen gesprekken met de stad zijn gevoerd. Althans niet met mijn vrienden maar zeker ook niet met de 3 organisaties uit de stad die nu de raad aanschrijven met hun zorgen. Vanwaar deze keuze? Dat geeft niet veel vertrouwen voor het verdere proces.

Spelregels voor onze gezamenlijke achtertuin
Maar waarom is dit nu zo belangrijk? De PvdA ziet de Omgevingswet als een liberale wet. Een wet die echt wel zijn voordelen zal hebben voor individuele inwoners die een kleine aanpassing willen doen aan of rond hun woning, maar een wet die ook projectontwikkelaars ontzettend veel ruimte gaat geven om hun winstgevende initiatieven in onze gezamenlijke achtertuin te ontplooien. Dus is het aan ons als volksvertegenwoordigend orgaan, om de rechten van onze inwoners zo goed mogelijk te waarborgen. Want de grondhouding van de gemeentes ten aanzien van initiatieven wordt ja mits, in plaats van nee, tenzij.

Zo’n houding klinkt eigenlijk wel logisch als je denkt aan een tuinhuisje van 2 meter 20 hoog en 4 meter breed. Maar als er een flat voor je neus wordt gebouwd, dan is het een ander verhaal. In het kort gaat het dus om de spelregels voor het gebruiken en inrichten van onze gezamenlijke achtertuin, zoals de VNG het zo mooi noemt.

En het merendeel van die spelregels zitten straks in het omgevingsplan, die weer gebaseerd is op de omgevingsvisie. Maar we moeten vanavond expliciet uitspreken wat we willen benoemen als kruimelgevallen – waarbij we geen bindend advies willen geven aan het college. En bij welke initiatieven we dat juist nog wel willen en waar de initiatiefnemer ook verplicht wordt tot participatie.

Wij vinden van een aantal activiteiten die benoemd zijn als kruimelgeval, dat die toch wel een behoorlijke impact kunnen hebben op de openbare ruimte, de natuur, het woongenot.
Wij willen daarom de volgende wijziging voorstellen:
– om niet vanaf 30 woningen pas een bindend adviesrecht van de raad te vragen, maar om dat vanaf bijvoorbeeld 5 woningen te doen.
– en om verplichte participatie te vragen bij bouwwerken met een hoogte vanaf bijvoorbeeld 10 meter, ipv 25 meter.

Want als de Vrienden van de Stadskern en het Natuurplatform vindt de PvdA dit soort initiatieven te omvangrijk om maar bij het college te laten. Wij zouden hier een amendement voor willen maken samen met andere partijen.

De hoofdlijnen die genoemd zijn in dit stuk kunnen wij grotendeels volgen, hoewel de voorkeur van de gemeente voor de privaatrechtelijke anterieure overeenkomsten ipv de publieksrechtelijke overeenkomsten ons niet helemaal duidelijk werd. Kan de wethouder die voorkeur toch wat uitgebreider toelichten, wat is de afweging bijvoorbeeld als het gaat om transparantie van gemaakte kosten?

Participatie!
Als laatste nog even over de participatie. De participatieverordening waarin duidelijk gaat worden wat we onder goede participatie verstaan, wie de regie heeft etc. volgt nog en staat gepland in tweede kwartaal. Maar we willen wel echt dat die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt besproken en vastgesteld door de raad. Hoe staat het met dit proces? Lopen we op schema?