De nieuwe dienstregeling voor de bussen die op 13 december 2020 is ingegaan, levert voor onze stad een nogal gemengd beeld op. Hierover ging de politiek in debat op maandag 15 februari.
Aan de ene kant is er een extra buslijn in Stadshagen, het aansluiten van station Stadshagen op het busnet, snellere verbindingen met het centraal station en een vloot van nieuwe, elektrische bussen (die goed zijn voor de duurzaamheid, maar wel regelmatig kampen met kinderziektes).
Aan de andere kant zien we het vervallen van doorgaande routes die delen van de stad met elkaar verbonden, het verdwijnen van een flink aantal bushaltes door het zogenoemde ‘strekken’ van lijnen (onder meer in Holtenbroek, de Aa-landen, de Wipstrik, Berkum en Zwolle-Zuid) en het vervangen van de vaste busverbinding door vervoer op afroep na acht uur ‘s avonds in Westenholte en Berkum.
De reacties op deze veranderingen zijn navenant: beperkte lof voor de verbeteringen, maar forse kritiek van Zwollenaren die de bus plotseling niet meer vlak bij huis hebben en nu extra ver moeten lopen naar de dichtstbijzijnde halte. En er zijn door bewoners alternatieven aangedragen om de problemen (deels) te repareren.
Oorzaken van ontstane problemen
De problemen komen niet uit de lucht vallen. In mei 2018 heeft de provincie als concessieverlener de uitgangspunten voor de nieuwe openbaar vervoersconcessie IJssel-Vecht vastgesteld en vervolgens het programma van eisen voor de aanbesteding. Kern van het provinciale beleid is de opdeling van het busnet in A-, B- en C-lijnen. A omvat het kernnet dat hoe dan ook overeind blijft, B de lijnen die voorzien in een ‘substantiële vervoersvraag’ en C de lijnen van ondergeschikt belang. De stadsdienst in Zwolle valt grotendeels in categorie B, enkele lijnen in C. Het college heeft in oktober 2018 in een zienswijze kritisch gereageerd op het provinciale programma van eisen en gewezen op de risico’s van verschraling voor de Zwolse stadsdienst. De vraag is of de provincie voldoende heeft gedaan met de opmerkingen van het college.
Oplossingen, uitgangspunten, bewonersparticipatie
Bij oplossingen moet onderscheid worden gemaakt tussen de langere en de korte termijn. Voor de langere termijn gaat het om de nieuwe aanbesteding die de provincie voorbereidt. Onze fractie vraagt het college daarom een duidelijke openbaar vervoersvisie of een actieplan openbaar vervoer aan de raad voor te leggen. Kijkend naar de uitwerking van wat daarover is opgenomen in de Mobiliteitsvisie van 2019. Vanuit die openbaar vervoersvisie kan het college dan de wensen voor de Zwolse stadsdienst bij de provincie op tafel leggen.
Voor de korte termijn pleiten wij ervoor om – aansluitend bij ideeën die al door bewoners zijn aangedragen – vervallen bushaltes zoveel mogelijk weer in gebruik te nemen door de bussen om-en-om via de nieuwe en de oude dienstregeling te laten rijden. Dat kan in de Aa-landen, Holtenbroek en mogelijk ook in Berkum en Zwolle-Zuid.
Bij het opstellen van de openbaar vervoersvisie en de Zwolse input voor de nieuwe aanbesteding is participatie van bewoners en busgebruikers van wezenlijk belang. Ook inzichten van buschauffeurs willen wij hierbij betrekken.