Door op 10 september 2013

Nota’s sociale domein voldoen niet aan verwachtingen

Afgelopen maandag behandelden we in het Raadsplein de nota’s over de decentralisatie in het sociale domein. Ik heb nog geen goed gevoel bij deze kadernota’s. Veel van de genoemde kaders zijn al eerder vastgesteld in de ‘Visie op het Sociale Domein’ en ik verwachtte nu de uitvoering: ingrediënten over hoe we het gaan doen, over welke moeilijke keuzes we moeten maken. Uit deze kaders vloeit dat nog niet vanzelfsprekend voort.

Algemene opmerkingen
Daar komt bij dat de nota’s erg optimistisch zijn, de indruk wordt gewekt dat we straks met 17,5 mln meer kunnen doen dan nu met 30 mln. Dat willen we natuurlijk graag en we hebben ons positief uitgesproken over de visie en ook over de sociale wijkteams. Juist daarom had ik op meer uitgewerkte kaders gehoopt. Het college wekt ook de indruk dat alles nog ontdekt moet gaan worden en we daarbij ook nog eens gehinderd worden door de gebrekkige informatie van het rijk. Maar is het niet zo dat wij al vele jaren verantwoordelijk zijn voor de zorg en participatie van onze burgers? En ook al weten we nog niet alle details, we kunnen ook nu al werk  maken van verbeteringen. Ik kom hier per kadernota op terug, maar eerst heb ik drie algemene opmerkingen:

1) Allereerst mis ik een zeer belangrijk kader: meedoen naar vermogen betekent ook bijdragen naar draagkracht en dus bijdragen aan zorg en ondersteuning zo veel mogelijk inkomensafhankelijk laten zijn.

2) Het streven om binnen het budget te blijven kan niet ons kader zijn. We moeten doen wat nodig is en hebben daarvoor ook extra geld vrijgemaakt. Wij gaan ervan uit dat dit budget van 5 mln. ook echt nodig is.

3) Steeds opnieuw komt de eigen regie van burgers terug, dat is mooi maar het mag niet zo zijn dat we burgers die daartoe niet in staat zijn links laten liggen zoals nu het geval is met de schuldhulpverlening.

Meedoen mogelijk maken
Deze kadernota zegt over alle Zwollenaren te gaan die kunnen werken maar dat is natuurlijk niet zo. De nota beperkt zich tot de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en gaat dan vooral in op de ‘nieuwe’ doelgroepen. Maar als wij om ons heen kijken zien wij veel meer mensen die kunnen werken maar op dit moment helaas geen baan hebben. Waarom zoeken we niet naar mogelijkheden om ook deze mensen te betrekken bij ons participatiebeleid, waarom kunnen we als het om zorg gaat wel vragen aan burgers om elkaar te helpen en kan dat voor participatie niet? In de stad ontstaan mooie particuliere initiatieven zoals Arbo positief en het Wajongcafé. Daarmee zouden we de handen ineen moeten slaan. Daarin zit niet alleen financiële winst maar ook maatschappelijke.

Zoals ik al eerder heb gezegd in het raadsplein is dat het niet zo mag zijn dat mensen die op dit moment aan het werk zijn thuis op de bank komen te zitten als gevolg van alle veranderingen. Wat mij betreft wordt ook dit als kader toegevoegd. En daarmee maak ik ook de overstap naar de kadernota ‘dagbesteding’. Ook voor mensen die andere vormen van dagbesteding hebben dan werk geldt dit uitgangspunt. Ook voor hen vinden we het belangrijk dat ze niet achter de geraniums verdwijnen. De dagbesteding is bij uitstek een domein waar de winst van ontschotting binnen handbereik is. Niet alleen financiële winst, maar ook maatschappelijke: mensen worden niet meer in hokjes ingedeeld waaruit ze nooit meer weg komen. Deze winst mag nadrukkelijker in het oog worden gehouden.

Langer zelfstandig leven en opgroeien
In deze kadernota mis ik een uitgesproken opvatting over de bureaucratie in de zorg en hoe we die gaan verminderen. Met alle nieuwe constructies straks bestaat het risico dat er alleen maar meer bureaucratische controle komt. Ik ben erg benieuwd naar hoe het college een meer maatschappelijk georganiseerde horizontale controle ziet. Onze fractie heeft daarover eerder ideeën geopperd, bijvoorbeeld over de indicatie, het vier ogen principe en het steekproefsgewijs toetsen op kwaliteit. Vermindering van bureaucratie is niet zaligmakend maar het levert ons wellicht wel het verschil van echt te weinig naar net genoeg budget op.

Bij de overheveling van nieuwe taken uit de AWBZ en de jeugdzorg ontvangen we van het zorgkantoor een hoop nieuwe persoonlijke dossiers. Dat ging 7 jaar geleden, bij de invoering van de WMO hopeloos mis. Het college benoemt dit risico maar verwijst vervolgens naar het rijk. Daarom heb ik het college verzocht nu al met het zorgkantoor om de tafel om te kijken hoe we dezelfde chaos als toen kunnen voorkomen.