Door op 31 oktober 2014

Groenbeheer in de Aa-landen

In de vorige raadsperiode is besloten tot een forse bezuiniging op het beheer van de openbare ruimte (ca. € 1,5 miljoen structureel). Dat heeft ingrijpende gevolgen voor onder andere het groenbeheer. De gemeente kijkt daarom naar het overdragen van dit beheer aan wijkbewoners. Ze doet dat gericht: in buurten waar dat, gezien de bevolkingsopbouw, kan. Het allerbelangrijkste is echter de betrokkenheid van bewoners. Ook is vorig jaar op sommige plekken besloten tot aanpassing van de beplanting. Heesters worden vervangen door gras. Voorwaarde is dat het gaat om ecologisch laagwaardige beplanting.

Als uitzonderlijk groene wijk zijn de Aa-landen uiteraard volop in beeld als het gaat om dit gewijzigde gemeentelijk beleid. Toen wij afgelopen zaterdag in de Aa-landen waren om te canvassen was dit dan ook een veel genoemd onderwerp. De bewoners van de Aa-landen zijn erg tevreden over de rustige woonomgeving en het groene karakter van de wijk. Tegelijkertijd werd het onderhoud van dit groen ook genoemd als een van de minpunten. Duidelijk is dat veel van de Aa-landers zich betrokken voelen bij de groene omgeving en daar ook initiatieven in nemen. Reden voor de fractie om de maandelijkse vergadering ‘in de wijk’ dit keer in de Aa-landen te houden.

Voor de wijkvergadering die altijd volgt in de week op de canvasactie waren dan ook sprekers uitgenodigd die hun initiatieven met betrekking tot openbaar groen kwamen toelichten. Aanwezig waren Jaap Breugem van Groen in onze Buurt, Jan van Putten die met andere bewoners van de Verwoldsebeek een stuk groen heeft geadopteerd, Frank Bloemberg en Wim Hogenhorst van bewonersvereniging ’t Vissersdorp en wijkbeheerder Gerard Ballintijn.

Zij geven allemaal aan dat het overdragen van het groen naar de bewoners en het onderhoud hiervan slechts een onderdeel is van bewonersparticipatie. Er moet meer georganiseerd worden in een buurt om sociale cohesie te creëren en de buurt levendig te houden. Bijvoorbeeld het organiseren een buurtbarbecue, het vieren van oud en nieuw met de buurt of samen paaseieren zoeken. Alleen wanneer er sociale samenhang tussen bewoners is, kan genoeg draagvlak gecreëerd worden om een participatieproject, zoals het gezamenlijk onderhouden van het groen, te laten slagen.

Breugem en Van Putten geven daarnaast aan dat er sinds de start van de participatieprojecten twee keer zoveel gebruik van het groen in hun buurt wordt gemaakt en er veel meer mensen op straat zijn. Dat merken de bewoners van ’t Vissersdorp ook. Nu er meer sociale samenhang in de buurt is, komen er steeds meer mensen op activiteiten af. Investering in het gezamenlijk onderhouden van het groen betekent dus ook een stuk gewin in de samenhang in de buurt.