Het Hoofdlijnenakkoord is de opstap naar de Regionale Energie Strategie 1.0 waarmee de regio West-Overijssel haar aandeel levert in de hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit die volgens het Klimaatakkoord in 2030 noodzakelijk is. De landelijke afspraken vragen om 35 Terawattuur (TWh), West-Overijssel levert met deze plannen een aandeel van 1,826 Terawattuur (TWh).
Maandag 12 april was hierover een debat. De fractie van de Partij van de Arbeid ziet dit als een goed bod en het Hoofdlijnenakkoord kan dan ook op onze steun rekenen. Dat geldt ook voor de beslispunten uit het collegevoorstel.
Deze steun neemt niet weg dat wij het collegevoorstel op enkele punten nog wel van commentaar willen voorzien. Dan doen we aan de hand van de vier hoekpunten uit het afwegingskader voor de RES.
- Over de bijdrage aan de energietransitie zijn we positief: ruim 1,8 TWh is een goed bod
- De ruimtelijke inpassing zet terecht in op concentratie van opwekkingslocaties en meervoudig ruimtegebruik voor wind en zon
- Over de maatschappelijke kostenefficiency maken wij ons grote zorgen. Wij onderschrijven van harte het streven naar een verdeling 60 procent wind – 40 procent zon en vinden dat goed onderbouwd in paragraaf 2.1 van de regionale doelstellingen. Maar hoe anders is de praktijk. Uit diezelfde paragraaf blijkt dat de plannen van de gezamenlijk gemeenten nu leiden tot 64 procent zonne-energie en 36 procent windenergie. En wat ons helemaal verontrust is de verdeling binnen Zwolle: 84 procent zon – 16 procent wind. Door het grote aandeel van Zwolle binnen de totale regionale energieopwekking (bijna 20 procent) maken wij de scheve verhouding nog eens extra scheef. Wat onze fractie betreft kan dit niet en hier weerspiegelt zich de benepen keuze die in het huidige coalitieakkoord is gemaakt rondom windenergie in Zwolle. De politieke realiteit van dit moment is dat deze keuze tot maart 2022 in beton is gegoten, maar na de komende raadsverkiezingen wordt wat ons betreft de discussie over de Zwolse energiemix heropend en worden er andere keuzes gemaakt. Dat is de politieke consequentie van de instemming met een verdeling 60 procent wind – 40 procent zon die het college nu aan ons voorlegt
- Als het gaat om maatschappelijke acceptatie valt het ons op dat participatie tot nu toe vooral via belangengroepen verloopt. Inwoners zijn eigenlijk nergens in beeld als het om de ambities van de RES gaat, zij mogen straks meepraten over projecten, maar dan zijn de richtinggevende keuzes al gemaakt. Maatschappelijke acceptatie heeft ook alles te maken met lokaal eigendom van energieopwekking. 50 procent is daarbij wat ons betreft het absolute minimum, maar wij willen nadrukkelijk streven naar een veel hoger percentage. En daarbij moet lokaal eigendom niet beperkt blijven tot welwillende burgers met een ruime beurs die zich aandelen in een energiecoöperatie kunnen permitteren. Ook inwoners die minder te besteden hebben, moeten kunnen meeprofiteren van lokaal eigendom. Wat ons betreft wordt daarbij nadrukkelijk gekeken naar een lokaal of regionaal energiebedrijf waarin de overheid de beslissende stem heeft.
Ten slotte vragen wij nog aandacht voor de warmtetransitie. De RES gaat over elektriciteit, maar dat is maar een deel van de totale energieopgave waar ook onze regio mee te maken heeft. Het college signaleert dat ook en wijst op de ontwikkeling van geothermie, waarmee Zwolle volop bezig is. Die ontwikkeling steunt de PvdA van harte, maar de plannen laten ook zien dat geothermie alleen niet voldoende zal zijn om de hele stad van een alternatieve warmtebron te voorzien. Daarom vragen wij ook aandacht voor de kansen en ontwikkelingen rondom aquathermie: het winnen van warmte uit oppervlaktewater. Dat kan voor Zwolle een goede aanvulling zijn: onze stad aan wordt alle kanten omringd door water dat bovendien diep in de stad doordringt en dus overal dicht bij woningen aanwezig is.