Door op 20 juni 2016

Aandacht voor tweedeling samenleving

Het gaat goed met Zwolle. Hijskranen bouwen aan wonen, voorzieningen en economie. Vlaggen met schooltassen tonen de geslaagden. Ondanks alle veranderingen in de zorg hebben we de kwaliteit ervan weten te behouden. Het Zwolle Unlimited festival en de halve marathon inspireerden en brachten mensen bij elkaar. In dat licht complimenten voor onze vuurspuwende en hardlopende wethouder van financiën. Wij zien dat u met uw collega’s met net zoveel vuur hard loopt voor de ambities van deze stad!

En dat doet u zorgvuldig en met oog voor de noden. En dan noem ik toch maar even enkele elementen waar de PvdA in het bijzonder zeer content mee is. Dat zijn de keuzes om te investeren in extra sociale woningbouw, in het fietsparkeren bij het station, in de participatieraad, in de opvang, huisvesting en integratie van asielzoekers, in het dorpsplan Wytmen, in de binnenstad en in het schoolgebouw voor de Van der Capellen. Bescheidenheid is de ultieme vorm van trots, dus ik constateer in alle bescheidenheid dat ons college heel veel goede dingen doet.

Maar dat is voor de PvdA geen reden om tevreden achterover te leunen. Want waar aan de ene kant een deel van de Zwollenaren kansen en mogelijkheden krijgt en pakt, gaan aan de andere kant de kansen en mogelijkheden aan groepen mensen totaal voorbij. Er is een kansrijke bovenlaag van mensen die hun dromen kunnen waarmaken naast een kansarme onderlaag die ploetert voor bestaanszekerheid. Mensen die in elke verandering een uitdaging zien tegenover mensen die vooral bezorgd naar veranderingen kijken.

Ook het college benoemt deze tweedeling. Zeer manifest blijkt hij uit het feit dat de zorgelijke toename van bijstandsgerechtigden voor een groot deel bestaat uit lager opgeleiden. Grootschalig bevolkingsonderzoek van het SCP toont aan dat naast opleidingsniveau en werk ook gezondheid, etniciteit en leeftijd scherpe contrasten tekenen tussen bevolkingsgroepen.

We lijken te leven in een tijd waarin veranderingen vaak en snel voorbij trekken. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om te zorgen dat iedereen mee kan komen in zulke veranderingen en ontwikkelingen. Alleen zo bewaken wij onze open, tolerante samenleving. Soms moet je daarom het tempo van veranderingen aanpassen of mensen hulp bieden om mee te komen. En nog belangrijker is zorgen voor een basis die eerlijke kansen biedt aan iedereen. Daar vragen wij halverwege deze collegeperiode extra aandacht voor. Want bestaanszekerheid, persoonlijke ontwikkeling en prettige sociale contacten zijn basisbehoeften voor ieder mens.

Onderwijs

Eerlijke kansen beginnen in het onderwijs, op school. Er is geen land in Europa waar kinderen zo vroeg als in Nederland een schoolkeuze moeten maken (OESO, 2014). We doen dat doorgaans op 12-jarige leeftijd. Wellicht denkt u dat daar een hele logische reden voor is? Die is er maar hij is niet echt van deze tijd. Dit stamt uit de vroege negentiende eeuw toen twaalf jaar de leeftijd werd waarop de meeste kinderen die onderwijs kregen, de lage school verlieten.

Waarom zouden we dit in stand houden? Waarom zouden we alle kinderen op het zelfde moment, aan het begin van hun puberjaren, waarin zij hun persoonlijkheid ontwikkelen, waarin ze leren te leren, waarin ze zich ook cognitief nog sterk ontwikkelen, dwingen om een keuze te maken?

Het effect van deze vroege selectie zonder differentiatie is een sterk aan de opleiding van ouders gerelateerde keuze, oftewel, kinderen van hoog opgeleide ouders kiezen veel vaker voor een hogere opleiding en vice versa voor ouders met een lagere opleiding en hun kinderen.

Wij vinden het belangrijk dat een kind het onderwijs volgt dat bij hem past. We dienen daarom een motie in die het college oproept om Zwolse basis en middelbare scholen te stimuleren en te ondersteunen in zo’n onderwijsinnovatie. Er zijn al goede initiatieven. Zo bereid OOZ het project 10-14 voor waarmee ze start in 2017 om te kunnen differentiëren in aanbod en keuzemoment voor kinderen. Een meerjarige brugklas zoals bij de vrije school in de Van der Capellen scholengemeenschap is ook een mogelijkheid.

Arbeidsmarkt

Zoals gezegd, ook de arbeidsmarkt vertoont een tweedeling. De toename van mensen met een lage opleiding en geen baan verontrust ons. Al verklaart het niet alles, we zien een relatie met bezuinigingsmaatregelen die wij hebben genomen. En daarin ligt ook een bijzondere verantwoordelijkheid van de gemeente. Immers, als we enerzijds overheidsuitgaven terugdringen door bezuinigingen maar ze lopen aan de andere kant in de vorm van uitkeringen en andere maatschappelijke en financiële kosten weer op, dan moeten we dat meewegen. Wij pleiten daarom in een motie voor een werkgelegenheidstoets ten aanzien van nieuwe bezuinigingen en beleidsveranderingen.

We blijven het ook nuttig vinden om ook mensen met een bijstandsuitkering de ruimte te geven bij vinden van een zinvolle dagbesteding. We rekenen erop dat de daartoe aangenomen motie sociale bijstand wordt uitgevoerd zo gauw het rijk hiertoe ruimte geeft en ook een experiment met het basisinkomen kan hierin een rol spelen.

Jongeren zonder voltooide opleiding komen vaak moeilijk aan een baan. Als zij dan ook nog schulden hebben dan zit een tweede kans er vaak helemaal niet in. Schulddienstverlening is lastig omdat daarvoor aflossingscapaciteit en een stabiel inkomen ontbreekt. Logischerwijs mag studiefinanciering niet ingezet worden voor het afbetalen van schulden.

Wij pleiten voor maatwerk voor deze jongeren. Met instrumenten als budgetcoaching en budgetbeheer kan de gemeente van betekenis zijn. We willen ook onderzoeken of het overnemen van een deel van de schulden in ruil voor een afgeronde opleiding voor sommige jongeren een uitkomst is. Ook hiervoor dienen we een motie in.

De Zorg

Onze raad heeft zeer recent het armoedebeleid stevig uitgebreid voor gezinnen met kinderen. Toen was er financieel nog geen zicht op mogelijkheden om ook alleenstaanden en paren zonder kinderen met een hoge zorgvraag extra te kunnen ondersteunen. De incidenteel beschikbare middelen maken het mogelijk hiervoor nu toch iets extra’s te doen, die vraag leggen we in een motie neer. Het zelfde geldt voor ondersteuning aan mantelzorgers. Van verschillende mantelzorgers hebben we gehoord dat zij in het eerste veranderjaar van de transformatie naast de sowieso pittige klus van de zorg voor een naaste, het omgaan met alle veranderingen en het ondersteunen van de zorgvrager als een extra belasting hebben ervaren. Wij willen voor hen daarom wat extra’s doen. Ook hiervoor dienen we een motie in.

Vluchtelingen

We zijn zeer tevreden met de inzet van het college als het gaat om de opvang, huisvesting en integratie van vluchtelingen. En we zijn onder de indruk van de betrokkenheid en inzet van de vele Zwolse vrijwilligers. Om verdere integratie én het werk van vrijwilligers te vergemakkelijken roepen wij in een motie de Zwolse wijkcentra op om ruimte ter beschikking te stellen voor taalles en andere activiteiten voor vluchtelingen. Integratie is niet alleen een verrijking voor vluchtelingen maar ook voor onze buurten en wijken. Door wijkcentra als ontmoetingsplek in te zetten, verwachten we ook weerstanden tegen vluchtelingen helpen te doorbreken.

Duurzaamheid

Vanuit onze aandacht voor de tweedeling vragen we ook aandacht voor duurzaamheid: een noodzaak voor de samenleving, maar vaak een te grote luxe voor mensen met weinig bestaanszekerheid. We willen dit toespitsen op duurzaamheid in de eigen woonomgeving van mensen, in het bijzonder op energieverbruik. Ook de heer De Vries van Blauwvinger Energie vroeg hier aandacht voor. Het idee om, bijvoorbeeld met behulp van bijzondere bijstand, in te zetten op de aanschaf van duurzame aparaten bij vervanging spreekt ons aan. Daarnaast pleiten we ervoor bestaande instrumenten als energiecoaches van corporaties gericht in te zetten voor mensen met een inkomen op of rond het bestaansminimum. We horen graag van het college wat hiertoe de mogelijkheden zijn.

Slotakkoord

Ik heb vandaag gesproken over tweedeling langs de lijnen van onderwijs, arbeidsmarkt, etniciteit, zorg en duurzaamheid. Dat het beroep van je ouders veel bepaalt, blijkt ook uit mijn eigen familiegeschiedenis. Mijn opa van moederskant was net als zijn vader onderwijzer, neven en nichten beoefenen nog steeds dit eervolle vak en zelf werk ik ook met studenten. Mijn opa van vaderskant begon als timmerman, net als zijn vader. Verliefd geworden op een verpleegster liet hij zich omscholen tot verpleger. Ondanks deze geëmancipeerde stap van mijn opa hebben generaties na mijn opa en oma ook een vak in de zorg gekozen. Overigens wordt bij de jaarlijkse surpriseavond met sinterklaas de status van vooral mannen in de familie afgemeten aan hun timmerkwaliteiten. Er is niets mis mee om trots te zijn op het vak van onze ouders, echter als dat leidt tot een ongelijkheid waaraan kinderen niet kunnen ontsnappen dan is er een rol voor de overheid om in te grijpen.