Lijkt het wat?
Ineens kon ik volmondig ‘ja!’ zeggen. Sinds mijn installatie als wethouder twee maanden geleden vragen veel mensen of het leuk is. Soms heel enthousiast, soms met een vies gezicht alsof het om kikkerbilletjes gaat en soms in afwachting van bijzondere verhalen. Meestal zeg ik ‘ja’ maar vraag ik me vertwijfeld af of je dat na een paar weken al kunt zeggen. Want het is overweldigend, mooi, bijzonder en prachtig tegelijkertijd. Zoals dat is als je net aan iets begint wat je heel graag wil.
En het zijn zulke volle weken, die bijzondere verhalen heb ik dus al. Bijvoorbeeld over de internationale transgenderdag waar ik mocht spreken ter nagedachtenis aan de 335 transgenders, vermoord in het afgelopen jaar. Of over het echtpaar dat 65 jaar getrouwd is en waarvan de man terwijl hij de thee inschenkt uitlegt dat zijn vrouw al die jaren voor hem heeft gezorgd en hij dat nu voor haar mag doen. Of over Joop die me ‘s avonds belt over een gezin dat in die heftige sneeuwbui in een auto dreigt te moeten slapen. Of over de gesprekken met ouderen in Westenhage en het Zonnehuis. Of over de dochter van Yvonne die ‘er klaar mee is’ dat de PvdA niet opkomt voor kwetsbare ouderen met een migratieachtergrond en daarom Denk stemt. Of over de jonge gescheiden vrouw die nog voor de kerst met haar dochter terecht kon in één van de eerste sociale huurwoningen die we in de versnellingsactie hebben gebouwd. Of over het inpakken van kerstpakketten voor minima die ik na het opscheppen van het kerstdiner ook mocht uitdelen in de WRZV hallen. Of over al die andere mooie, warme momenten waarin ik wethouder mocht zijn van alle Zwollenaren. En dat is superleuk, meer dan leuk, gigantisch leuk.