Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en schakelklassen
Maandagavond 5 maart 2012 zou de gemeenteraad in debat gaan over de extra rijksmiddelen die zijn uitgetrokken voor de voor- en vroegschoolse educatie en schakelklassen. Doordat het onderwerp dat eerder die avond geagendeerd stond meer tijd kostte dan verwacht is het debat echter niet doorgegaan. Om mijn bijdrage voor die avond niet helemaal verloren te laten gaan wil ik u graag laten weten wat mij bezighoudt. Omdat ik me kan voorstellen dat de begrippen in de kop niet helemaal bekend zijn bij u wil ik beginnen met een korte uitleg.
Voor- en vroegschoolse educatie is bestemd voor (zeer) jonge kinderen met een (taal)achterstand. Om een slechte start op de basisschool te voorkomen, krijgen deze kinderen via speciale programma’s ‘bijscholing’. Wanneer we het hebben over (taal)achterstanden denken we al gauw aan allochtone kinderen, echter ook bij autochtone kinderen komt achterstand voor. Voorschoolse educatie wordt gegeven aan de jongste kinderen op peuterspeelzalen en sinds kort ook op kinderdagverblijven. Vroegschoolse educatie wordt gegeven in groep 1, 2 en soms 3 van het basisonderwijs.
Schakelklassen worden ingezet voor wat oudere kinderen in de basisschooltijd. Het doel van schakelklassen is om leerlingen met een taalachterstand in 1 schooljaar zodanig bij te spijkeren dat zij daarna in staat zijn het onderwijs op hun eigen niveau te vervolgen. Hiervoor krijgen zij intensief taalonderwijs in kleine groepen. Dit gebeurt tijdens de normale schooltijden of tijdens extra lesuren (verlengde schooldag). Een schakelklas kan ook anders worden ingezet namelijk door leerlingen die door hun taalachterstand onder hun niveau presteren, na groep 8 een extra jaar basisonderwijs te geven. Tijdens dat jaar krijgen de leerlingen intensief taalonderwijs. Het doel hiervan is hen zodanig bij te spijkeren dat zij na dit jaar een betere start hebben in het voortgezet onderwijs. Leerlingen die bijvoorbeeld het vwo-denkniveau hebben, maar de Nederlandse taal niet voldoende beheersen, worden in het schakeljaar dusdanig begeleid dat zij na dat jaar alsnog op het vwo kunnen starten.
Het voorstel dat het college aan ons heeft voorgelegd (https://zwolle.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=265775/type=pdf/Beslisnota_Extra_rijksmiddelen_vve_en_schakelklassen.pdf) (https://zwolle.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=265775/type=pdf/Beslisnota_Extra_rijksmiddelen_vve_en_schakelklassen.pdf) kunnen wij als PvdA steunen. Ik had alleen een paar aanbevelingen die ik de wethouder mee wilde geven.
Wij begrijpen dat de extra middelen ingezet worden om het kwaliteitsniveau van het achterstanden- onderwijs op een, misschien wel “nog”, hoger niveau te krijgen. Ook het realiseren van een fulltime schakelklas is een goede zaak evenals het laten participeren van de ouders in de schoolloopbaan van hun kinderen. Vooral dit laatste is erg belangrijk. Als het onderwijs daarbij ook inzet op het elkaar ontmoeten van ouders, zodanig dat zij een sociaal netwerk opbouwen waarop zij terug kunnen vallen bij bijvoorbeeld opvoedings- en opvangvragen zou deze doelstelling goede kans van slagen kunnen hebben. Ik denk daarbij aan het tegengaan van de vereenzaming van jonge moeders, of de problemen die zij hebben met het vinden van acute oppas, of het ondervinden dat problemen die in het ene gezin spelen niet uniek zijn, maar ook voorkomen bij anderen, of … zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar vooral denk ik dat ouderparticipatie niet alleen voor het onderwijs van groot belang is, ook voor ons als gemeente is het belang om samen met ouders te kijken wat het beste is voor hun kind en dat wij met hen de dialoog aangaan over de beste ontwikkelkansen die gegrepen kunnen worden. Daarom deze oproep aan het college: “Betrek ouders nadrukkelijk bij het tot stand komen van het beleid rondom onderwijskansen, gebruik hetgeen zij ervaren en weten opdat wij onze middelen zo optimaal mogelijk kunnen aanwenden.”
Wilt u meer weten over dit onderwerp of met mij hierover van gedachten wisselen, ik hoor graag van u.