Jonge vluchtelingen en studenten in één huis
Tijdens mijn studententijd woonde ik in een studentenhuis waarvan de samenstelling voortdurend veranderde: ik woonde samen met Brabanders en Achterhoekers, maar ook kreeg ik een Griekse, Poolse, Braziliaanse, Spaanse (Catalaanse) en een Franse huisgenoot.
Voor mij waren dat zeer waardevolle contacten: ik hielp hen met de Nederlandse taal en maakte ze wegwijs in de stad. We kookten voor elkaar, en we hadden het vaak over hoe zij de Nederlandse cultuur ervaarden in vergelijking met hun eigen cultuur. Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten? Daarom was ik zo enthousiast toen ik hoorde over de Utrechtse pilot Student Refugee Community.
Snellere integratie
Het uitgangspunt van deze pilot is het mogelijk te maken jonge statushouders (vluchtelingen met een verblijfsstatus) te laten hospiteren (zeg maar solliciteren naar een kamer) bij studentenwoningen, waar voorzieningen als de woonkamer, keuken en badkamer worden gedeeld. Als er een klik is tussen beide partijen krijgt de jongere de kamer toegewezen waar hij of zij vervolgens een bepaald aantal jaar mag wonen. Door samen te wonen kunnen de jongeren van elkaars culturen leren. Het is goed voor het leren van de Nederlandse taal en het snel wegwijs worden in de stad. Dit samenwonen werkt dus positief ten aanzien van de integratie van statushouders in de samenleving.
Voortouw
De gemeente is primair verantwoordelijk voor de integratie van nieuwe Zwollenaren. Reden voor de PvdA om het college te vragen het voortouw te nemen om een dergelijke pilot ook in Zwolle te starten. In Utrecht is het een samenwerking tussen Vluchtelingenwerk, SSH, de gemeente, het COA en Nidos en wordt het project gecoördineerd door de Academie van de Stad. Wij hopen dat een dergelijke samenwerking ook in Zwolle tot stand komt. Het doet me deugd dat – op Swollwacht na – de gehele raad dit idee ondersteunt en dat wethouder Vedelaar hier positief tegen aankijkt.