Vragen over verscherpt toezicht Landstede
Alweer twee jaar geleden kwam de PvdA samen met de VVD met het agenderingsverzoek voor een gesprek met de directeur-bestuurder van Landstede. Aanleiding voor onze wens tot dit gesprek, was dat de onderwijsinspectie Landstede onder verscherpt toezicht had gesteld, vanwege een groot financieel tekort en vanwege de kwaliteit van een aantal opleidingen. Een toezicht dat nu nog van kracht is. We zijn dan ook blij dat, na twee jaar, de nieuwe directeur-bestuurder Theo Rietkerk maandag 13 april te gast is in de raad om de huidige stappen van Landstede toe te lichten en we aan hem vragen kunnen stellen over de situatie bij Landstede.
Landstede heeft inmiddels diverse acties ondernomen om zaken te verbeteren en hoopt dat het toezicht in mei 2015 opgeheven kan worden. Wij hebben dan ook vooral vragen die vooruit kijken en we zijn benieuwd naar de stappen die Landstede al zet en nog gaat zetten om goed onderwijs voor de leerlingen in Zwolle te garanderen. We hebben voor de bestuurder van Landstede een aantal vragen die gaan over de financiën, de kwaliteit van het onderwijs en de verbetercultuur van Landstede. Zo zijn we onder andere bezorgd over de grootte van Landstede, met 75 locaties in 3 provincies met bijna 200 mbo opleidingen. Daarnaast zijn ze nog actief bij maatschappelijke initiatieven, commerciële activiteiten en met de topsport in Zwolle. Onze vraag is dan ook of Landstede wel beheers en bestuurbaar blijft. Ook hebben we vragen over de financiële aanpassingen en de gevolgen daarvan op bijvoorbeeld de vele gebouwen. Als laatste zijn we bezorgd over de aansluiting van leerlingen met een niveau 1 opleiding en de arbeidsmarkt. We zien leerlingen met een niveau 1 diploma maar moeilijk aan het werk komen, terwijl zij ook niet altijd kunnen doorstromen naar een niveau 2 opleiding. We vragen ons af welke stappen Landstede zet om ervoor te zorgen dat de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt, op dit niveau, gewaarborgd blijft. Aan de wethouder stellen we de vraag hoe hij de rol van de gemeente in dit onderwerp ziet.
Uit de beantwoording van onze vragen wordt duidelijk dat Landstede al een aantal stappen in de goede richting zet. Zo wordt er goed gekeken naar betere benutting van bestaande panden. Ondanks de jaarlijkse groei van leerlingen van 6 a 7% wordt er dus bewust niet gekozen om eerst aan nieuwbouw te denken. De groei moet opgevangen worden binnen de bestaande gebouwen. Daarnaast is Landstede bezig met het afstoten van private (commerciële) activiteiten en gaat men zich richten op de kerntaak: het bieden van onderwijs. Mede daarom noemt Landstede zich ook niet langer een maatschappelijke onderneming, want het wil geen onderneming zijn, maar een onderwijsorganisatie. Op die wijze stoot de Landstede activiteiten af die verliesgevend kunnen zijn en daarmee een risico vormen voor het onderwijs.
Onze zorgen over de aansluiting tussen niveau 1 – opleidingen en de arbeidsmarkt deelt Theo Rietkerk. Ook hij vindt dit een zorgelijk onderwerp waarvoor niet zo gauw een oplossing beschikbaar is. Desondanks wordt er wel hard aan gewerkt en Landstede werkt hierin samen met andere onderwijsorganisaties, maatschappelijke organisaties en marktpartijen.
De wethouder onderwijs, Jan Brink, zegt toe in het najaar met een notitie te komen, waarin staat hoe de gemeente samenwerkt met de onderwijsinstellingen en de arbeidsmarkt.