Maatschappelijke opvang: algemeen belang boven individueel belang
In de discussie van afgelopen maandag 22 april in de raad ging het over 3 zaken:
1. de uitbreiding van de nachtopvang
2. het functioneren van de opvang
3. de reacties van de omwonenden op de uitbreiding
Om te beginnen met de uitbreiding van de nachtopvang: dat is prima en daar stemt de fractie mee in. Het is echter geen oplossing voor de langere termijn. Er is al eerder over dit onderwerp gesproken en geconstateerd dat mensen op de lange termijn niet geholpen zijn met langdurig verblijf in de opvang. Doorstroom en uitstroom is lastig, schulden worden niet opgelost, budgetbeheer is niet mogelijk omdat mensen geen woonadres hebben, enz.
Ik wil dan ook op korte termijn toe naar een hervorming van de maatschappelijke opvang. Voor die hervorming zijn ook de maatschappelijke organisaties verantwoordelijk: alleen maar stellen dat doorstroom en uitstroom niet lukt, is voor ons niet voldoende en te makkelijk. Dat hoor ik nu al een paar jaar van deze organisaties en wat mij betreft is het nu klaar met die obligate constateringen en de professionele onbeholpenheid die er op volgt. Ze moeten nu echt met plannen en initiatieven aan de slag. Er is namelijk geen sprake meer van ‘noodopvang’ als mensen er 258 tot zelfs 348 dagen verblijven.
Ik zie daarom graag dat er een versnelling aangebracht wordt in de doorstroom en uitstroom. Dat kan o.a. via het principe van ‘housing first’. Dak- en thuislozen krijgen dan geen opvang, maar direct zelfstandige huisvesting. Daarnaast krijgen zij budgetbeheer en bewindvoering. Bestaande schulden worden zo afgelost en nieuwe schulden maken kan niet meer. Verder worden zij extern begeleid. Uit de praktijk blijkt dat bijna 80% van de deelnemers na 5 jaar nog steeds stabiele huisvesting heeft en dat deze vorm van hulp goedkoper is dan intramurale AWBZ-zorg, zorg waar gemeenten straks verantwoordelijk voor worden.
Binnen een jaar moet het mogelijk zijn om dat ook in Zwolle voor minimaal 10% van de doelgroep te regelen. Wij horen graag van het college en van de maatschappelijke organisaties wat daarvoor nodig is. Welke financien, welk type woningen, welke begeleiding en welke afspraken (met b.v. zorgverzekeraars) zijn daarvoor nodig? Dat hoor ik graag ruim voor de PPN 2014.
Dan het derde punt: de reacties van de buurtbewoners. Ik vind het erg jammer dat dit onderwerp weer leidt tot ophef. Jammer vanwege de onrust onder de omwonenden. Omwonenden die menen dat de veiligheid in de straat en de buurt niet meer vanzelfsprekend is. Ontwikkelingen waarvan zij menen dat zij er geen invloed op hebben.
Jammer is de ophef ook vanwege het signaal dat er mogelijk weer van uit gaat naar de groep dak- en thuislozen: zij krijgen zo de indruk dat zij nergens in deze stad welkom zijn. Ik wil niet dat – zoals het bekende Matheus-effect – er in Zwolle sprake is van het Exodus-effect: als er sprake is van ophef en onrust in een buurt, dan wordt er afgezien van opvang in die buurt.
Dat is niet de stad die wij willen zijn. Als bestuur van deze stad hebben wij het protocol ‘welkom in mijn wijk’ vastgesteld. De reden dat het protocol die naam draagt, is omdat wij in deze stad op deze manier met elkaar om willen gaan. Natuurlijk moet er geluisterd worden naar de omwonenden, naar de betrokken organisaties en naar de mensen die opgevangen moeten worden. Individuele ongenoegens bepalen echter niet hoe wij hier vorm geven aan het algemeen belang. Het algemeen belang waar wij als raad en ik als raadslid verantwoordelijk voor zijn.
Iedereen in deze stad kan getroffen worden door ongeluk en rampspoed, iedereen kan have en goed verliezen en iedereen moet er dan in deze stad op kunnen rekenen dat er een vangnet is. Er op rekenen dat er tijdelijke ondersteuning mogelijk is, zonder direct met de nek aangekeken te worden. Het bieden van die kansen, het bieden van die ondersteuning is een gezamenlijke en een gedeelde verantwoordelijkheid. Van het college, van de raad en van de stad.