Lang proces GSM-mast zonder bevredigende uitkomst
Het proces dat heeft geleid tot de vergunningverlening voor de nieuwe GSM-mast in de Aa-landen is langdurig geweest en heeft een uitkomst opgeleverd waar eigenlijk niemand van de betrokkenen tevreden over is:
- de buurtbewoners niet, die een veertig meter hoge mast in het park bij de Maaslaan zien verrijzen
- de gemeente niet, die een moeizaam traject van communicatie met de buurt achter de rug heeft en zich juridisch gedwongen ziet de vergunning te verlenen
- de telecomproviders niet, die een nieuwe locatie voor hun antennes moeten zoeken en hiervoor een forse investering moeten doen.
Niemand is tevreden en toch gebeurt het. Dat mag met recht een Kafka-uitkomst worden genoemd.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Had dit voorkomen kunnen worden als er in het proces andere keuzes waren gemaakt en – zo ja- op welke punten en door wie? Is hier eventueel nog iets aan te doen? En welke lessen trekken we hieruit voor de toekomst?
Wij willen vanavond deze vragen behandelen en via het debat – met de raad en met het college – proberen te komen tot conclusies die door de raad gedragen worden.
Voor een goed begrip is het belangrijk dat we het tijdsverloop van het proces helder voor ogen hebben, anders gezegd: dat we het juiste startmoment kiezen. Onze fractie wil het proces dan ook onderscheiden in wat wij gemakshalve een fase ‘Dollardflat/SWZ’ en een fase ‘gemeente’ zullen noemen. Daarmee geven we aan wie in welke fase de belangrijkste spelers waren. We baseren ons daarbij op het feitenrelaas dat wethouder Anker onlangs naar de raad heeft gestuurd en op eigen onderzoek.
Het proces begint in de flat aan de Dollard. Woningcorporatie SWZ sluit in 2001 met de telecomproviders een huurcontract af om vijftien jaar lang een antennemast op het dak van de flat te mogen plaatsen. Enkele flatbewoners beginnen na verloop van jaren een actie om de mast van het dak te laten verwijderen: zij hebben gezondheidsklachten die ze toeschrijven aan de antennemast. Dit mondt uit in een handtekeningenactie en SWZ zegt de bewoners toe dat het huurcontract voor de mast niet zal worden verlengd. Dit wordt aan de gemeente gemeld die daardoor (rond 2010) het probleem op haar bordje krijgt: er moet in overleg met de telecomproviders naar een nieuwe locatie voor de antennemast worden gezocht.
Over deze eerste fase hebben wij contact gezocht met SWZ. Dat leverde de volgende informatie op.
- SWZ heeft de klachten van de bewoners en de onrust die hiermee gepaard ging, steeds als een gegeven beschouwd. Er is geen onderzoek gedaan naar het veronderstelde verband tussen de klachten en de antennemast op het dak en zo’n onderzoek is ook niet overwogen. De toezegging aan de bewoners dat het huurcontract voor de mast niet zou worden verlengd, was hiervan de consequentie. Letterlijk werd ons gemeld: “Wij komen op voor het belang van onze huurders.”
- Op onze constatering dat hierdoor het probleem werd doorgeschoven naar de gemeente, kregen wij te horen dat dat klopte en dat SWZ dit ook uitsluitend als een probleem van de gemeente en de telecomproviders ziet. SWZ heeft in haar visie de mast alleen maar gefaciliteerd.
- In gesprekken met SWZ heeft de gemeente enkele keren gevraagd of de mast alsnog op het dak van de flat zou kunnen blijven staan. Dat heeft SWZ steeds geweigerd omdat men zich niet onbetrouwbaar ten opzichte van de bewoners wilde tonen. Alleen als de bewoners van standpunt zouden veranderen, is er wat SWZ betreft ruimte om opnieuw te praten over een antennemast op het dak van de flat.
Dan de tweede fase, waarin de gemeente de hoofdrol speelt. De gemeente is vanaf 2010 met de telecomproviders in gesprek geweest om te zoeken naar een alternatieve locatie voor de antennemast. Om technische redenen (de optimale dekkingsgraad in de wijk), zo stelt het college, leidde dit tot een beperkt zoekgebied: het park ten zuiden van de Maaslaan, waarbinnen hooguit iets geschoven kon worden.
Pas in de herfst van 2015 krijgt de buurt openlijk te maken met deze zoektocht. Een informatieavond op 21 september voor omwonenden van de eerste locatie (Koppelspad/Sombeek/Schipbeek) leidt tot veel bezwaren. De gemeente besluit te kijken naar een andere locatie in het zoekgebied.
Als SWZ andermaal weigert de mast op de flat te laten staan, kiest de gemeente in overleg met de telecomproviders voor de locatie in het park bij de Maaslaan. Op de tweede informatieavond (25 februari 2016) keren ook de omwonenden van de tweede locatie zich massaal tegen de bouw van een mast in het park. Dat leidt tot onrust in de buurt en een juridische procedure die eindigt als het college op 7 september 2016 het afwijzende advies van de bezwaarschriftencommissie overneemt. De omgevingsvergunning voor de bouw van de mast wordt daarmee definitief (omdat de bewoners niet in beroep gaan).
Aan deze tweede fase vallen ons enkele dingen op.
- Bewoners voelen zich overvallen door de plannen, terwijl daar al enkele jaren aan werd gewerkt. Bovendien hebben de bewoners van de tweede locatie het gevoel dat hun deze keuze ‘in de maag wordt gesplitst’ doordat de bewoners van de eerste locatie de mast afgewezen hebben. Graag horen wij hierop de visie van de wethouders.
– Zij gaven aan dat de gemeente voor een voldongen feit is geplaatst. Zij wilden de antenne daar ook niet en wilden de antenne het liefst weer op de flat, maar dat is niet gelukt. - Er is gedoe rondom de informatiebijeenkomsten: de uitnodigingen gaan in eerste instantie naar de direct omwonenden, terwijl ook mensen die iets verder weg wonen zich bij dit onderwerp betrokken voelen. Bij de eerste bijeenkomst worden de uitnodigingen verspreid door de aanvrager van de vergunning. Bij de tweede bijeenkomst is de gemeente de uitnodigende partij. Deze bijeenkomst wordt bovendien pas georganiseerd op 26 februari 2016, ruim nadat de aanvraag voor de omgevingsvergunning was ingediend (4 december 2015). Dat roept bij bewoners begrijpelijkerwijs het gevoel op dat zij niet serieus worden genomen.
Vraag aan de wethouders: hoe kijken zij hier tegenaan?
– Op het moment dat zij contact zochten met T-mobile had ook een gesprek met wijk moeten plaatsvinden. Dat is niet goed gedaan en niet integraal gedaan. Wanneer er iets in een wijk gaat plaatsvinden, moet wijkmanagement direct betrokken worden. De wethouders wilden graag in gesprek met T-mobile over hoe de informatieavond georganiseerd moest worden als de mast naar een andere locatie zou gaan. Toen bleek echter dat T-mobile de vergunning al had ingediend en vanaf dat moment liepen zij achter de feiten aan.
- Bewoners hebben suggesties gedaan voor alternatieve locaties aan de rand van de wijk. Om technische redenen (dekkingsgraad) waren die – volgens de in formatie van het college – allemaal niet haalbaar en dat was eigenlijk van te voren bekend.
Vraag aan de wethouder: is dat in de tweede informatiebijeenkomst wel voldoende duidelijk gemaakt? Is hier voldoende aan ‘verwachtingenmanagement’ gedaan?
– Daar is geprobeerd zo goed mogelijk tekst en uitleg te geven.
- Het proces komt op ons, in ieder geval tot aan de tweede informatieavond, over alsof het sterk ambtelijk is uitgevoerd. Wij hebben als fractie meer dan eens bij het college aangedrongen op bestuurlijke actie.
Vraag aan de wethouders: is de bestuurlijke aandacht voor dit onderwerp vanaf het moment dat over de plannen met de buurt werd gecommuniceerd, voldoende geweest?
– Er was voldoende aandacht, maar er is een knip in het proces geweest. Wethouder Van As is bij bewonersavonden geweest en er was zicht op de afwegingen die werden gemaakt. Het gesprek in de buurt had wel eerder moeten plaatsvinden.
- Teruglezend (ook gezien het advies van de bezwaarschriftencommissie) krijgen wij de indruk dat de gemeente geopereerd heeft alsof zij juridisch steeds met de rug tegen de muur stond. Vanaf het moment dat SWZ de mast van het dak verbande, was de gemeente aan zet. Gegeven het feit dat een goede GSM-dekking onmisbaar is en dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning aan alle voorwaarden voldeed, kon de gemeente niet anders dan de vergunning verlenen, zo lezen wij uit de stukken. Maar klopt dat wel? Dat maakte immers de inhoudelijke bezwaren vanuit de buurt achteraf bezien op voorhand kansloos. En dat is een bijzonder wrange constatering.
Vraag aan de wethouder: heeft de gemeente in zijn visie alles gedaan om deze Kafkaiaanse uitkomst te voorkomen? Wat had er anders of beter gekund?
– De manoeuvreerruimte was weg toen de vergunning eenmaal was ingediend, toen liep de gemeente achter de feiten aan en dat had voorkomen moeten worden.
Het aantal opties was beperkt, maar die zijn wel allemaal onderzocht. Waar men tegenaan liep is dat de locatie voor de antenne op flat ideaal was en een antennemast boven de flat uit moest komen. Er is dus gekeken naar andere mogelijkheden, maar dit was de beste locatie.
Conclusies en lessen voor de toekomst:
- SWZ heeft zich in dit proces uitsluitend opgesteld als eigenaar van een pand waarop de antennemast tijdelijk werd geduld. Toen bewoners klachten begonnen te uiten, heeft SWZ die niet onderzocht op realiteitsgehalte, maar snel toegezegd dat het huurcontract niet zou worden verlengd, om zo van de onrust onder de bewoners af te zijn. Daarmee werd het probleem feitelijk bij de gemeente over de schutting gegooid.
Les voor de toekomst: in soortgelijke gevallen moet de gemeente in een veel eerder stadium de brede consequenties van een particulier initiatief met ruimtelijke gevolgen bespreken met de initiatiefnemer. Initiatiefnemers mogen daarbij ook worden aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid: verder kijken dan hun directe belang en ook rekening houden met de gevolgen van hun plannen/beslissingen voor de omgeving. De Regiekamer die wethouder Anker in de notitie aan de raad schetst, is wat ons betreft in dit verband een interessant model.
- De gemeente heeft in de fase van het proces waarin zij de eerstverantwoordelijke was, ronduit onhandig geopereerd in de richting van de buurt, vooral waar het de communicatie betreft.
Lessen voor de toekomst
- Plannen of initiatieven met maatschappelijke consequenties moeten in een tijdig stadium met de betreffende buurt worden gedeeld
- Op basis van een inschatting van te verwachten reacties uit de samenleving moet bij nieuwe initiatieven vooraf worden bepaald wie verantwoordelijk is voor het beleggen van informatieavonden: de initiatiefnemer of de gemeente. Daarbij moet – op basis van een reële inschatting van de impact van het onderwerp – een ruim uitnodigingsbeleid worden gehanteerd
- Er moet aan verwachtingenmanagement worden gedaan: in een zo vroeg mogelijk stadium moeten bewoners weten wat de status is van initiatieven en in hoeverre juridische procedures kans van slagen hebben. Voorkomen moet worden dat bewoners achteraf het gevoel krijgen dat zij voor de flauwekul meepraten over een initiatief omdat er toch geen ruimte was voor aanpassingen of alternatieven
- Bestuurders moeten tijdig aangesloten zijn bij die vergunningstrajecten waarin problemen dreigen of verwacht kunnen worden. Zij moet zich hierin proactief opstellen.
Tenslotte: een amendement op de wijziging van het bestemmingsplan Aa-landen?
In de raad van 26 september jl. is de besluitvorming over de wijziging van het bestemmingsplan Aa-landen aangehouden tot na het debat dat wij vanavond voeren.
Voor wat betreft het onderdeel ‘antennemast’ zijn er bij de besluitvorming over het te wijzigen bestemmingsplan twee mogelijkheden: instemmen (omdat de vergunning toch in stand blijft en de Raad van State heeft uitgesproken dat bestemmingsplannen de feitelijke situatie ter plaatse moeten weergeven) of amenderen. In dat laatste geval gaat het om het afgeven van een signaal dat de uitkomst van het proces over de antennemast inhoudelijk ronduit onbevredigend is. De consequentie daarvan is bovendien dat het bestemmingsplan op dit punt binnen tien jaar moet worden herzien. Wellicht zijn er dan nieuwe inzichten. Onze fractie ervaart dit als het kiezen uit twee kwaden en heeft op dit punt nog geen keuze gemaakt. Wij horen ook hierover graag het oordeel van de wethouder.
– De wethouder gaf aan dat de vergunning niet teruggedraaid kan worden. Hoewel hij begrijpt dat een amendement recht doet aan het gevoel van de raad, creëert het ook onduidelijkheid omdat vergunning op juiste gronden is verleent.
Tijdens het debat kwam het bericht binnen dat er toch nog vanuit de buurt beroep was ingesteld bij de rechtbank. Dat betekent dat de juridische procedure – in tegenstelling tot wat wij steeds hadden aangenomen – nog niet beëindigd is. Het kan zelfs nog vele maanden duren als na een eventuele afwijzing van het beroep nog een hoger beroep bij de Raad van State wordt ingesteld. Beroep en hoger beroep leiden niet tot schorsing van de vergunning, maar zorgen wel voor onzekerheid bij de telecomproviders. Daardoor kan een situatie ontstaan waarbij alle partijen opnieuw met elkaar om tafel gaan op zoek naar een oplossing met de mast waarvoor wel voldoende draagvlak is. Wij hebben dat in het debat dan ook bepleit en kregen daarin bijval van andere partijen. Tevens hebben wij aangegeven dat de wijziging van het bestemmingsplan niet meer urgent is zolang de juridische procedure niet is afgerond. De wethouder was dit op zich met ons eens en laat uitzoeken hoe de situatie er nu juridisch voorstaat. Dat wordt zo snel mogelijk aan de raad gemeld.