Cultuureducatie: meer kinderen in contact brengen met cultuur
Op 18 juni jl. heeft de gemeenteraad de laatste besluiten genomen over de organisatie van de cultuureducatie in Zwolle zoals die vanaf 2015 gaat functioneren. Daarmee is een eind gekomen aan een lange en vaak heftige politieke discussie die niet over de inhoud ging, maar vooral over hoe we vraag en aanbod van cultuureducatie voor met name het (basis)onderwijs het beste bij elkaar kunnen brengen en welke rol de Muzerie daarin zou moeten spelen.
Wat was er aan de hand? Als PvdA in Zwolle pleiten wij al jaren voor het uitbreiden van cultuureducatie via het onderwijs om daarmee zoveel mogelijk kinderen in contact te brengen met cultuur, ook en juist als ze dat van huis uit niet meekrijgen. Die gedachte wordt in de raad breed gedeeld. Dat betekent dat er binnen het Zwolse cultuurbudget andere keuzes moeten worden gemaakt, omdat de gemeente tegelijkertijd fors moet bezuinigen, waarbij ook de cultuursector niet wordt gespaard.
In juni 2012 heeft de raad bij de Perspectiefnota besloten om het budget van de Muzerie (ca. € 2,3 mln. per jaar) te korten met € 550.000 (als bijdrage aan de bezuinigingen), het vrijetijdsaanbod voor jongeren tot 18 jaar (muziekles, drama, beeldend) niet langer te subsidiëren en het resterende bedrag van ca. € 1,8 mln. in te zetten voor cultuureducatie die dan vooral via het basisonderwijs zou moeten worden aangeboden. Van dat bedrag zou plm. € 1,2 mln. beschikbaar komen voor activiteiten die verzorgd zouden moeten worden door aanbieders vanuit de markt, waarvan Zwolle er vele kent. Daarnaast zou een bedrag beschikbaar blijven voor een nieuwe makelaarsfunctie die de vraag vanuit het onderwijs en het aanbod bij elkaar zou moeten brengen.
De consequentie van dit raadsbesluit was dat de vrijetijdsactiviteiten van de Muzerie per 1 september 2013 worden gestaakt, waarbij de betrokken docenten moeten afvloeien.
Op verzoek van de gemeente heeft de Muzerie vervolgens een plan gemaakt om de nieuwe makelaarsfunctie vorm te geven. Bij de bespreking in de raad in februari van dit jaar stuitte dat plan op forse weerstand van o.a. PvdA, VVD en Swollwacht. Het plan van de Muzerie ging namelijk uit van een makelaarsfunctie waarmee aanzienlijk meer geld gemoeid zou zijn dan de ca. € 6 ton die hiervoor was gedacht. Bovendien bleek dat de Muzerie het begrip ‘makelaarsfunctie’ aanzienlijk ruimer uitlegde en hier ook de ontwikkeling van allerlei aanbod onder wilde brengen (een bestaande taak van de Muzerie).
De plannen en de toekomstige rolopvatting van de Muzerie werden gesteund door CDA, CU en GroenLinks en er dreigde een patstelling in de raad. Wethouder Nelleke Vedelaar stelde daarop voor een contra-expertise te laten uitvoeren op de makelaarsfunctie zoals die was voorgesteld door de Muzerie. De raad verbond aan dit onderzoek via een motie van PvdA en VVD de voorwaarden dat het zich zou moeten richten op een sobere en doelmatige invulling van de makelaarsfunctie en op de vraag of die functie zelfstandig door de Muzerie zou moeten worden vervuld dan wel zou moeten worden aangehaakt bij een andere organisatie in de stad.
De contra-expertise is vervolgens uitgevoerd door bureau Berenschot en dit leidde tot een uitermate kritisch rapport. Belangrijkste conclusies: de makelaarsfunctie zou maximaal € 530.000,- per jaar mogen kosten en het was onverstandig om de functie bij de Muzerie als zelfstandige organisatie onder te brengen. Berenschot beval aan om de makelaarsfunctie aan te haken bij de Bibliotheek en daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van de deskundigheid van de Muzerie.
Het college nam het advies van Berenschot over en stelde voor de subsidie aan de Muzerie per 1 januari 2015 te beëindigen. Om juridische redenen moest dat besluit nu al (anderhalf jaar van tevoren) worden genomen.
In de raad kwam het op 3 juni vervolgens opnieuw tot heftige discussies, waarbij het collegestandpunt werd verdedigd door PvdA, VVD, Swollwacht en SP en het rapport van Berenschot en het collegevoorstel (fel) werden bekritiseerd door CDA, D66, GroenLinks en CU. Opnieuw dreigde een patstelling.
De doorbraak kwam toen de CU enkele dagen later aangaf dat het haar vooral te doen was om een zorgvuldig proces: er moest niet linea recta worden aangekoerst op de beëindiging van de subsidie aan de Muzerie, maar de gesprekken tussen Muzerie en Bibliotheek (die al langere tijd lopen) moesten leiden tot een nieuwe organisatie waarbij de makelaarsfunctie wordt ondergebracht.
Als PvdA hebben wij vooral ingezet op het overeind houden van de inhoud van het collegevoorstel. Dat lukte door deze inhoud te combineren met het procesvoorstel van de CU tot één amendement. Op 18 juni werden dit amendement en het collegevoorstel door een brede meerderheid van de raad aanvaard.
Jan Slijkhuis