De begroting voor het jaar 2021. Een begroting waaruit duidelijk moet worden hoe de ambities van dit college definitief gerealiseerd worden, hoe we omgaan met de huidige crisis en hoe we daar op de lange termijn goed uit komen.
Een eerste blik leert ons dat we flink incidenteel investeren. Voor de lange termijn wordt gekeken naar een investeringsfonds. In het sociaal domein wordt een verstandige financiële koers gevaren en ondertussen houden we voldoende weerstandsvermogen aan. Oftewel: verantwoord investeren. Een terechte koers wat ons betreft.
Nu investeren en de ergste nood lenigen vraagt echter ook om een financiële stip op de horizon. Uitzicht dat er meer financiële ruimte komt voor alle opgaven die we in Zwolle hebben. Maar voorzitter, wij missen dat uitzicht. Daarvoor zijn namelijk structureel meer middelen nodig. En middelen van buiten ook, want zoals het college terecht zegt: we hebben te weinig eigen investeringsruimte.
Maar in de begroting zien we slechts beperkte inzet om kans te maken op die middelen vanuit het Rijk of Europa. Wij wijzen in dit verband nog eens op de motie van afgelopen zomer waarin het college wordt opgeroepen om samen met partners uit de regio voorstellen te ontwikkelen voor duurzaam herstel. Het aanbod is inmiddels flink uitgebreid: naast de Europese Green Deal en het Europese Crisis- en Herstelfonds, komt het kabinet met het Groeifonds. Graag horen wij van het college hoe Zwolle gaat inspelen op al die mogelijkheden voor duurzaam herstel.
En dan komt het moment voorzitter, dan komt hét moment dat die zilvervloot, vanuit Den Haag en Brussel, binnenvaart. Daarvoor is het van belang om eerst te weten hoe we deze middelen willen besteden. En laat onze fractie daar nu net een paar goede ideeën voor hebben. En bij die ideeën hebben wij onszelf continu de vraag gesteld: hoe komen wij duurzaam uit deze crisis, de wooncrisis, de klimaatcrisis en de huidige economische crisis.
Wonen
Om te beginnen voorzitter met het eerste thema: een dak boven je hoofd. Sinds bijna drie jaar woon ik zelf in Stadshagen, en wel op zo’n 300 meter van Breezicht. Dat er flink gebouwd wordt, dat is mij dus wel duidelijk. En dat is ook goed. Zwolle mag de komende jaren 1000 woningen per jaar bijbouwen.
Maar waar het nu qua aantallen goed gaat hebben wij nog steeds grote zorgen over de betaalbaarheid. Ondanks de stappen die zijn gezet met beschermingsmaatregelen zoals de zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding. Om op de lange termijn een evenwichtige stad te blijven is het wenselijk dat voldoende koopwoningen voor middeninkomens worden bijgebouwd. Het concilium pleitte vorig jaar zelf ook al voor het vastleggen van een verdeling in de categorie tussen de 210.000 en 325.000 euro. Regel dit nu snel en goed, dan voorkom je dat de tweedeling die we nu al zien, op de lange termijn alleen maar groter wordt. Hier komen wij bij het woondebat uitgebreid op terug, maar we willen wel weten wat het college met dat specifieke advies van het concilium gedaan heeft tot nu toe. In De Stentor van 11 oktober leek het er namelijk op alsof de wethouder zich al had neergelegd bij de uittocht van Zwolse koopstarters. Ondanks dat je dat niet helemaal kunt voorkomen, kun je wel meer betaalbare woningen tot €260.000 euro toevoegen. Ook horen we het college graag over de indexatie van de prijssegmenten die boven de markt hangt.
De energietransitie
Hét onderwerp waarover vrijwel al mijn informatie en debatrondes gaan de laatste maanden. Avondvullende bijeenkomsten over geothermie, de transitievisie warmte, de warmteketen en de regionale energiestrategie. Meeslepende plannen die vooral gaan over energieopwekking. Tegelijkertijd gaat het veel minder over die andere kant waar we juist enorm achterlopen: energiebesparing bij individuele Zwollenaren en bij Zwolse bedrijven. Een succesvolle energietransitie begint juist daar. Dat gaat namelijk over het creëren van een beweging waarbij iedereen mee kan doen. Zowel de Zwollenaar die wel wil, maar niet de middelen heeft, als de Zwollenaar die wel de middelen heeft, maar niet weet waar die moet beginnen.
Teleurgesteld waren wij dan ook toen we keken naar de inzet van het college hierop.
Wat zien we? Slechts 45.000 euro wordt vrijgemaakt voor een energieloket. Het argument daarbij is dat dit verplicht is vanuit het klimaatakkoord. Ook stoppen we momenteel miljoenen in het bestrijden van de crisis die ons dagelijks raakt. Terecht, maar tegelijkertijd stoppen we met het aanjagen van energiebesparen bij bedrijven. En ik snap dat de klimaatcrisis nu misschien minder direct voelbaar is dan de Corona-crisis, maar dat ontslaat ons er niet van daar nu wel fors op in te zetten.
Een belangrijke kans daarvoor is de investeringsagenda. Inwoners in Berkum, Holtenbroek en de Aalanden zijn de komende jaren aan de beurt als het gaat over de warmtetransitie. Maar ook in Dieze, Stadshagen, Westenholte en Zwolle-Zuid zijn vele Zwollenaren die aan de slag willen. Die zich niet houden aan de bureaucratische aanpak van wijkuitvoeringsplannen, die nu iets willen doen en daar ook bij gebaat zijn.
De investeringsagenda biedt de perfecte kans om Zwollenaren te subsidiëren bij het isoleren van hun huis, zodat we een op een rechtvaardige en duurzame manier uit de huidige crisis komen. Zodat iedereen aan de slag kan met verduurzaming, zodat we banen creëren, energiearmoede tegengaan en zodat we de duurzaamheidsbeweging verder op gang krijgen. En niet te vergeten, dit sluit ook perfect aan bij de renovatiegolf van woningen die de Europese Commissie wil betalen uit het crisis en herstelfonds. Dus benut ook de kans van Europees geld hiervoor.
En wat betreft die investeringsagenda, wij willen graag dat de raad daar vanaf het begin bij wordt betrokken en horen graag hoe het college dat wil organiseren.
Werk & onderwijs
En dan ons derde punt voorzitter, werk. Een betaalde baan is toch wel essentieel als je duurzaam uit deze crisis wil komen. Daarvoor moeten we blijven investeren. Met name nu er steeds meer berichten binnen komen over de groepen die hard geraakt worden: flexwerkers, ZZP-ers, mensen die vaak actief zijn in de schoonmaak, horeca of cultuursector.
En helemaal voor mensen die al langer in de bijstand zitten is de huidige situatie weinig hoopgevend. Blij zijn we dan ook met het voorstel om 30 Zwollenaren voor twee jaar een werkplek te bieden. Een mooi voorstel waarbij wij ons wel zorgen maken over het incidentele karakter. We kunnen ons voorstellen dat als dit succesvol is we hier gewoon structureel beleid van maken.
En de groep die ik nog niet heb genoemd, de jongeren. Zorgen maken wij ons over deze werknemers van de toekomst. Er moet langer gestudeerd worden, er zijn minder stages beschikbaar en vind maar eens een baan in deze tijd als je net bent afgestudeerd. Onze vraag aan het college: wat gaat u doen tegen het gebrek aan stages en wat gaat u doen tegen de hoge jeugdwerkloosheid?
Er zijn verschillende voorbeelden in het land waar gewerkt wordt aan een oplossing om deze jonge generatie vakmensen geen verloren generatie te laten zijn. Denk aan het creëren van duo-stageplekken, denk aan het creëren van plekken in samenwerking met bedrijven en onderwijs, en niet te vergeten, geef zelf het goede voorbeeld.
En dan kijken we naar nog een leeftijdscategorie lager. Bij het debat over de coronacrisis in juni kondigden we aan terug te zullen komen op de inzet van het college op het voorkomen van laaggeletterdheid bij kinderen en jongeren tot 18 jaar. We zien dat het project Alle Zwolse Kinderen Lezen weer incidenteel wordt gefinancierd, maar dat er ook wordt gekeken hoe deze inzet structureel kan worden gemaakt. Dat is mooi, maar wij verwachten daar bij de PPN echt een goed voorstel voor, want alle Zwolse kinderen hebben recht op gelijke kansen en goed leesonderwijs is daar essentieel in.
Afsluiting/participatie
Voorzitter, ik ga afronden. Voor een duurzame toekomst is het van belang dat we ons richten op de korte én de lange termijn. Dat wil zeggen: de corona-crisis, maar ook de groeiende tweedeling tegengaan op het vlak van wonen, werk en energie. Essentieel hiervoor is dat we dit doen met alle Zwollenaren. Maar te vaak krijgt onze fractie de laatste tijd signalen dat dit fout gaat. Met name bij fysieke ontwikkelingen. Denk aan omgevingsvisie, de hoogbouwvisie en de Zwartewaterzone. Rode draad is dat er te vaak slechts geïnformeerd wordt en dat inwoners aangeven dat ze geen invloed hebben.
Hoe moet het dan wel?
Ten eerste is het van belang dat we als raad kaders meegeven voor goede participatie. Steeds meer ontwikkelingen vinden binnenstedelijk plaats. In de geest van de omgevingswet hebben ontwikkelaars daarbij vaak een belangrijke rol in de participatie. Een rol die niet altijd positief is of tot ontevredenheid leidt. Omdat de participatieverordening nog moet worden opgesteld, waarin de eisen daarvoor worden vastgelegd, vragen wij het college nu per motie om meer regie te nemen bij lopende en aankomende participatietrajecten.
Ten tweede nemen wij alvast een voorschot op die participatieverordening. Om een gelijk speelveld te creëren tussen ontwikkelaars en inwoners, tussen de verschillende belangen, moet je inwoners ook de middelen geven om zelf expertise te mobiliseren, onderzoek te doen en daarmee ook echt invloed te laten hebben.
Voorzitter. Dat we een punt zetten achter de corona-crisis, daarin hebben we wel vertrouwen. Het college doet daar ook zijn best voor. Maar er zijn meer crisissen te overwinnen. Onze oproep is: ga niet terug naar het achterhaalde ‘normaal’, maar kies voor samen duurzaam vooruit.