Vragen over planvorming Wateragenda
Ik heb in de raad mijn waardering uitgesproken over de breedte en de inhoudelijkheid van de strategische wateragenda. Na een tweede en derde keer de nota kritisch te hebben gelezen, komen er bij mij wel een aantal vragen op. Agenda betekent vrij vertaald “dat wat te doen is”. Ik heb bijna geen inhoudelijk vragen over het wat, maar meer de vraag hoe gaan we dat doen en wie gaat dat doen. Anders gezegd met wie, wanneer gaan we dat doen en gezien de noodzaak van prioritering in welke volgorde gaat dat gebeuren en welke financiële consequenties hebben die afspraken. Daar geeft deze agenda niet veel antwoorden op, behalve dat je per item terug kan vinden bij de begroting als er een win-win kans is. Is dat niet iets te makkelijk? En hoe sturen we dan als raad op dit voor Zwolle relevante en actuele onderwerp?
Ik wil beginnen met wie. De zin ‘actief en slim samenwerken’ vormt het hart van deze wateragenda. Die zin zie ik in allerlei vormen terugkomen. Dat zou me bijna wantrouwend maken. Waterveiligheid is belegd bij het Rijk en de waterschappen. Het grondwateroverlast is een gemeentelijke taak en de ruimtelijke inpassing idem dito. Als we kijken wat er opgepakt moet worden kun je bij elk onderwerp je bijna afvragen of de watergovernance-afspraken duidelijk en sluitend zijn. Dus wie doet wat wanneer. Dit wordt nog eens onderstreept wanneer genoemd wordt dat stedelijk en klimaatadaptief waterbeheer relatief nieuwe onderwerpen zijn voor het waterschap, provincie en de gemeente. Een voorbeeld uit de agenda: we weten nog niet weten hoe het regionale grondwatersysteem precies werkt. Daar verbaas ik me over. Weet een waterschap dat echt niet? En peilbesluiten hebben toch indirect ook invloed op dat grondwater systeem. En als we dat echt niet weten, moet de gemeente dan zorgen dat we die kennis krijgen of het waterschap? En wie betaalt dat dan?
De realisering van de wateragenda kan niet alleen via overheden. Bewoners hebben een belangrijke rol bij het zelf uitvoeren van maatregelen (bijvoorbeeld het tegengaan van vertegeling van tuinen), bij het draagvlak om bepaalde beslissingen te accepteren en bij het adequaat uitvoeren van rampscenario’s door wateroverlast. Afgelopen maanden is tijdens de campagnes voor de waterschapsverkiezingen weer eens gebleken dat de gemiddelde inwoner weinig weet wat een waterschap doet en welke functies water heeft in het stedelijk gebied. In de jaren 80 in de vorige is een actief voorlichtings- en educatiebeleid gevoerd om het milieubewustzijn bij mensen te doen vergroten. Misschien gaat een vergelijking nu met water nu ook op. Wie en hoe dat moet opgepakt worden is hierbij een relevante vraag.
Automatisch zit ik al bij de hoe-vraag. Ik wil me beperken hierbij tot de gemeentelijke rol. Terecht wordt een koppeling gemaakt met andere beleidsvelden zoals de Structuurvisie, de Groene Agenda, Visie op Beheer en Onderhoud en de Agenda Duurzaamheid. Toch vragen we ons wel af hoe die integratie van die verschillende agenda’s tot stand komt en welke rol de raad daarin heeft. Bij de behandeling van de Groene Ruimte hebben we bijvoorbeeld redelijk lang stil gestaan bij de verdichting door asfalt en tegels van de ondergrond. Moeten we dat dan ook hier weer over hebben en misschien bij de Structuurvisie ook. Anders gezegd: hoe is de verbinding en de verankering tussen de verschillende visies en agenda’s? Een ander voorbeeld in dit kader: vanaf nu ontwikkelt Zwolle zich waar mogelijk water- en klimaatrobuust. Wat betekent zo’n uitspraak voor ons bouwbeleid. Mogen we stellen dat Zwolle uitgaat van waterneutraal bouwen bij belangrijke nieuwbouwprojecten en ruimtelijke ontwikkelingen? En wordt bij deze projecten het belang van het water zorgvuldig meegewogen? Betekent dit dat de waterberging, doorstroming en aan- en afvoer van het water niet mag verslechteren door de nieuwbouw of andere ingrepen? En komt zo’n dergelijk uitgangspunt dan terug in de Structuurvisie? Of hoeft dat niet omdat zoiets al in de wateragenda staat? Ooit had de provincie een streekplan, natuurbeleidsplan, een waterhuishoudingsplan en een milieubeleidsplan. Om de integratie en verankering van de verschillende fysieke beleidsvelden te bevorderen is er een omgevingsplan gekomen.
Ik heb de wethouder vanwege bovenstaande vragen gevraagd of het niet mogelijk is om één integrale fysieke strategische agenda te maken. Dat maakt het voor de raad misschien ook wat makkelijker de fysieke planvorming te volgen. Daarnaast heb ik nog een vraag gesteld over het Actieprogramma Klimaat Actieve Stad. Dit programma geeft weer welke initiatieven er in Zwolle worden genomen die bijdragen aan onze water- en klimaatopgaven. Er staan interessante gedachten en projecten in. Ik heb gevraagd wat de status is van die projecten.