Door op 2 mei 2013

Toespraak 1 mei-viering

Op 1 mei ontwaakt de natuur. Er ontstaat nieuw leven. Nieuw leven geeft hoop. Hoop op betere tijden.

Dames en heren, partijgenoten, beste mensen,

Met die gedachte vierden onze ouders en voorouders 1 mei. In  de beginperiode, vanaf 1890 ging het om de strijd voor de achturige werkdag. Het ging gepaard met parades, demonstraties, optochten en sommigen dansten rond de meiboom. Het dansen heeft zijn tijd gehad, maar demonstraties op 1 mei komen weer terug in Zuid Europa, Griekenland en Spanje.
Hier in Zwolle geen demonstraties. Jaarlijks komen we op 1 mei bijeen op deze begraafplaats, bij de graven van Gerardus Horreus de Haas en van Helmig Jan van der Vegt. Een prachtige traditie. Ik zeg “we komen hier jaarlijks”, maar dit is de eerste keer dat wij – mijn charmante echtgenote Rita ik ikzelf –  op deze plek deelnemen aan een 1 mei-viering. Terwijl wij tweeën al meer dan veertig jaar1 mei uitbundig vieren, omdat Rita op 1 mei verjaart, vandaag voor de 65ste keer.
In de uitnodiging voor deze dag zag u staan, dat in de toespraken het sociaal democratische erfgoed wordt verbonden met de politieke actualiteit. Hartelijk gefeliciteerd met onze nieuwe ceremoniële koning. Een verbinding tussen ons sociaal democratisch erfgoed en deze actualiteit is lastig. Behalve dan dat Schumpeter ooit schreef dat als je het socialisme uitsluitend ziet als een bepaalde organisatie van de economie het kan werken binnen elk politiek regiem en binnen elke cultuur. Dus ook in een Koninkrijk. Gelukkig leiden wij niet meer aan de illusie dat andere ordening van de productie automatisch leidt tot een betere wereld. Tegenwoordig beschouwen we het socialisme, de sociaal democratie, meer – zoals Bart Tromp dat ooit verwoordde – als een moreel project, dat bestaat uit het nastreven van bepaalde politieke beginselen. Beginselen die uitgaan van een combinatie van sociale rechtvaardigheid met gelijkheid en vrijheid. Een ceremoniële koning staat dit streven zeker niet in de weg.

Sociaal democratie als moreel project. Dat is een mooi bruggetje naar die andere actualiteit. Het congres van onze partij van afgelopen zaterdag in Leeuwarden. Daar is de resolutie Van Waarde aangenomen.
In de beleving van de actualiteit is deze resolutie onderbelicht gebleven. Dat komt – zoals u weet – door het debat over het al dan niet strafbaar stellen van illegaal verblijf, als overtreding te sanctioneren met een geldboete tussen de € 150 en € 1200. Goed signaal overigens, vind ik zelf, dat het congres de strafbaarheid van illegaal verblijf heeft afgewezen. Het huidige systeem om vreemdelingen – die een inreisverbod hebben en dat overtreden door hier te verblijven – te vervolgen biedt voldoende mogelijkheden.
De inhoud van de resolutie Van Waarde past perfect bij deze 1 mei viering. De inhoud geeft hoop. Maar het zal veel van ons vragen om die resolutie in politieke daden om te zetten. Zeker in Den Haag. Maar hier in Zwolle gaan we zeker proberen om die waarden te vertalen in ons verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014.
Toen ik het Rapport Van Waarde las, dacht ik: Dit heb ik al gelezen. Het komt mij zo bekend voor. Die gedachte klopte. Vorig jaar las ik het boek van Edgar Morin, getiteld “De weg naar een politiek op menselijke maat”. Het boek – DE WEG – verscheen in juni van vorig jaar. De overeenkomsten tussen dit boek en de resolutie zijn frappant.
Edgar Morin is een 92 jarige Franse socioloog en filosoof. Hij schreef één jaar eerder samen met Stéphane Hessel, 94 jaar, filosoof en Frankrijks ambassadeur bij de VN in de jaren zeventig, een pamflet over het veelkoppige monster van het financiële kapitalisme’, over de grote verschillen in welvaart, over opkomende vreemdelingenangst, over de ecologische achteruitgang. Zij stellen dat aan het begin van dit millennium de financiële crisis, de maatschappelijke crisis en de crisis van de beschaving tegelijk zijn gearriveerd. De wereld bevindt zich op een kruispunt en kan maar twee kanten op: de weg richting de afgrond of die richting de metamorfose. In dat pamflet doen Stéphane Hessel en Edgar Morin suggesties voor die weg van verandering. We moeten, zo zeggen ze, onze maatschappij ingrijpend omvormen, afstappen van onze blinde focus op welvaart en economische vooruitgang, afstappen van onze consumptieve egocentrische levensstijl, terug naar de solidariteit. En ze pleiten voor een linkse politiek die ons op die weg van de hoop kan begeleiden.
De overeenkomsten tussen de Van Waarde resolutie en het gedachtegoed van Morin. Ik noem er enkele.
Het Van Waarde project gaat er van uit dat sociale rechtvaardigheid bewerkstelligd moet worden door bestaanszekerheid, goed werk, verheffing en binding.
Onze twee Franse filosofen bepleiten herstel van de aloude Franse idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. De resolutie Van Waarde stelt dat we een vuist moeten maken tegen een samenleving waarin het ‘ik’ soms het ‘ons’ uit het oog dreigt te verliezen. Morin doet in zijn boek DE WEG een pleidooi voor een politiek van solidariteit: Volgens zijn opvatting over het individu is ieder mens op twee manieren geprogrammeerd. Aan de ene kant de programmatuur van het “ik”, egocentrisch, om zich te kunnen voeden, te verdedigen en te ontwikkelen. Aan de andere kant de programmatuur van het “wij”, dat het “ik” inbedt in zijn familie, zijn vaderland, zijn religieuze groepering of zijn politieke partij. Van “ik” naar “ons” bepleit ons moreel project Van Waarde.De eerste programmatuur is in onze westerse beschaving sterk ontwikkeld, de tweede is ingesluimerd en die moeten we wakker schudden.

Morin heeft in dit verband al eerder het plan geopperd te gaan experimenteren met solidariteitshuizen in steden en wijken. Hulpverlenende instanties zouden zich op één plaats bevinden en over een crisiscentrum beschikken waar opvang kan worden geboden aan alle ontreddering met een team van beroepskrachten en vrijwilligers die voordurend beschikbaar zijn. Dat moet, zegt hij, omdat de enige manier om de vrijheden van de samenleving met een minimum aan repressie te beschermen, niets anders kan zijn dan de beleving en het gevoel ergens bij te horen. Hé, las ik ook niet in de Van Waarde resolutie.Ik zie deze gedachten ook terug in de wijze waarop we in Zwolle proberen het wijk- en opgavegericht werken te organiseren op het gebied van welzijn, zorg en hulpverlening.

De resolutie Van Waarde wil een vuist maken tegen een samenleving die teveel slechts door geld, doorgeslagen efficiency en individualisme geregeerd wordt. Morin noemt dat herstel van de politieke filosofie. Politieke actie moet, als het goed is, zijn gebaseerd op een wereldbeschouwing, een mensbeeld, een opvatting over de maatschappij, kortom op een filosofie. Politici zonder filosofie lopen aan de leiband van de economie. Max Weber zei ooit: de mensheid heeft de economie van het welzijn verruild voor het welzijn van de economie. Politici zonder filosofie denken de menselijke problemen te kunnen oplossen door concurrentie, deregulering, groei, verhoging van het BNP en in crisistijd, zoals nu, door strengheid, dat wil zeggen door bevolkingen te dwingen offers te brengen.
Ik lees in Morins DE WEG het volgende: De BNPn van alle landen in de wereld bedraagt 54.000 miljard dollar. Het totale kapitaal dat van de ene naar de andere financiële instantie wordt gepompt bedraagt het tienvoudige. Deze wereldwijde geldhandel is een stuurloos schip, losgekoppeld van de reële economie. Dat zijn niet mijn woorden maar die van Alan Greenspan in zijn boek “the age of turbulance” uit 2007.
In de Van Waarde resolutie wordt het als volgt gezegd: De uitdaging is om niet alleen succesvol te zijn in het bestrijden van de economische crisis, maar tevens in het beteugelen van grootheidswaanzin bij bedrijven en destabiliserende kapitaalstromen. De uitdaging is het ontstaan van financiële luchtkastelen die banken en landen aan de rand van de afgrond brachten voor de toekomst te voorkomen.
Morin stelt dat groei, ononderbroken groei, door de meeste staten nog steeds als de weg naar welzijn wordt beschouwd. In zoals wij het noemen de ontwikkelde landen is de groei afgeremd en soms gestopt. Maar in de opkomende landen van Azië en Latijns Amerika gaat de groei voort. De internationale concurrentiepositie is gunstig voor landen die hun arbeiders uitbuiten, zoals China of landen die lak hebben aan de veiligheid van arbeiders, zoals we vorige week in Bangladesh zagen. Kenneth Boulding zei al: Wie gelooft dat exponentiële groei zich eeuwig kan voortzetten in een eindige wereld, is of gek, of econoom.
De Van Waarde resolutie noemt de gevolgen van de verhevigde (internationale) concurrentie. Het heeft ondernemingen aangezet om risico’s af te wentelen op werkenden om diensten en producten zo goedkoop mogelijk te maken. Dat gaat ten koste van de bestaanszekerheid van werkenden, de kwaliteit van hun werk, en de kwaliteit van de diensten en producten.

De resolutie stelt dat de sociaal-democratische waarden een tegenwicht kunnen bieden tegen de gure wind van het ongeremde mondiale kapitalisme, tegen de gevolgen van globalisering voor bestaanszekerheid en tegen de overheersing van uitsluitend economische rekenmodellen voor de inrichting van de samenleving.
Wat ik wil zeggen met de vergelijking van de denkbeelden uit Frankrijk en Nederland is, dat je ziet dat het inzicht dat er een andere weg, die dat tegenwicht biedt, moet worden ingeslagen groeiend is. Laten we hopen dat dit inzicht snel groeit. Ik denk dat wij ons Van Waarde project internationaal moeten gaan uitdragen te beginnen bij onze sociaal democratische zusterpartijen in Europa.

Ik dank U voor uw aandacht.