Door op 18 juli 2015

Thuis bij… de heer en mevrouw Kloekke

Als ik bij de heer en mevrouw Kloekke thuis kom, is de woonkamer één grote zee van bloemen. Ze hebben kort daarvoor hun 65-jarig huwelijk gevierd. Ook ik breng een grote bos bloemen mee namens de afdeling Zwolle. Toevallig zijn er net twee andere boeketten bezorgd. Omdat de heer en mevrouw Kloekke beiden beperkt mobiel zijn, help ik even de bloemen op de vaas te zetten en al die andere vazen in de kamer wat anders neer te zetten. Ik durf dat te doen omdat ik hen onlangs al twee keer heb bezocht. Ook valt de foto op aan de muur, rechts van de stoel van de heer Kloekke. De heer Kloekke geflankeerd door Wim Kok, Job Cohen en Wouter Bos tijdens het 65-jarig bestaan van de PvdA en de uitreiking van de Drees-penning aan hem. “Ik ben de enige in Nederland met zo’n foto” vertelt de heer Kloekke met onverholen trots.

Het is mijn derde bezoek aan de familie Kloekke in korte tijd. Op 1 mei kwam ik een roos brengen, een week later kwam ik terug met Birgit Michies-de Roos, een van onze raadsleden. Momenteel wonen ze al bijna 70 jaar samen en laat hun gezondheid hen flink in de steek. De heer Kloekke: “We blijven zelfstandig wonen tot de laatste snik, geen sterveling die ons uit elkaar krijgt. We zijn zeer tevreden over de thuiszorg die we krijgen. Zij en andere (mantel)zorgers brengen vier tot vijf keer per dag een bezoek aan ons en we willen absoluut niet nog meer mensen of vrijwilligers over de vloer, veel te onrustig”.

De heer en mevrouw Kloekke hebben elkaar leren kennen toen ze negentien en twintig jaar oud waren, tijdens een Pinksterfeest van de Algemene Jeugd Centrale (AJC). De AJC (1918-1959) was een socialistische jeugdbeweging, opgericht door de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De AJC had tot doel de arbeidersjeugd op te voeden en te ontwikkelen. Het socialistisch cultuurideaal werd gerealiseerd met traditionele omgangsvormen, zonder drank en tabak, en met lichaamsbeweging, volksdans, muziek en lekenspel. De Paasheuvel in Vierhouten was een bekend kampeer- en samenkomstterrein van de AJC.

De heer Kloekke is geboren in de Tulpstraat, opgegroeid in een SDAP-nest in Assendorp. De heer Kloekke: “Het was destijds heel normaal dat je ouders vrij vroegen van school als het 1 mei was”. Het was ook de tijd dat een groot deel van de Assendorpers bij de NS werkten bij de centrale werkplaats. De arbeiders werden “spoorhazen” genoemd. De heer Kloekke is een fanatiek PEC-supporter, in zijn jeugd moest hij al snel stoppen met voetballen bij de amateurs van PEC. Een gespleten knieschijf maakte een abrupt einde aan zijn sportieve loopbaan.

De heer Kloekke is direct na de oorlog als jongen van veertien jaar gaan werken bij een garagebedrijf op de Oude Vismarkt. Zijn ouders hadden heel weinig te makken en daarom stak hij de handen uit de mouwen. Hij vertelt: “Baron van Voorst tot Voorst kwam wekelijks in de garage en dan mocht ik zijn auto vol tanken. Als ik klaar was, haalde hij een zilveren gulden uit zijn vestzakje met duim en wijsvinger. Hij hield die gulden omhoog, zei ‘leven en laten leven’ en gaf me dan altijd die gulden. Voor mij was dat een vermogen”. Tegenwoordig houd ik een euro op diezelfde wijze in mijn vingers en stel ik me de vraag: “kan ik hem wel of niet uitgeven”.

Momenteel maakt de heer Kloekke zich erg druk over de landelijke politiek: “ik vind het vreselijk wat ze in Den Haag allemaal bekokstoven en dat er van de sociaal-democratie weinig meer over lijkt te zijn”. Hij kan zich ook boos maken over mensen die zeggen dat de ouderen van nu nog nooit zo vermogend zijn geweest. De heer Kloekke: “Ik woon in een rijtje van zes, als de buurman op de hoek € 120.000 op de bank heeft staan, hebben we gemiddeld € 20.000 en daarmee zou ik ook vermogend zijn. Ammehoela, ik heb geen cent en denk maar niet dat die buurman ons allemaal € 20.000 geeft”.

Maar van opzeggen is geen sprake. De PvdA is te diep geworteld in zijn lijf en geest. Inmiddels is hij bijna zeventig jaar lid. Hoewel de heer Kloekke teleurgesteld is in de landelijke politiek, is hij wel te spreken over de aandacht die de lokale afdeling geeft. Enigszins emotioneel: “Die bos bloemen die jullie ons nu brengen, doet me zo ontzettend goed”.