Stop met biomassacentrales in Zwolle

1 augustus 2020

De kleine biomassacentrales in Zwolle moeten zo snel mogelijk sluiten. De PvdA en D66 zien de grotere nog geplande centrale op Voorst het liefst helemaal niet komen, maar als dat wel moet dan onder strikte voorwaarden. Beide partijen concluderen dit naar aanleiding van het advies dat de Sociaal-Economische Raad (SER) onlangs uitbracht. Mart oude Egbrink van de PvdA en David Hof van D66 manen het Zwolse college tot actie.

In Holtenbroek (Muziekbuurt), aan de Vrolijkheid en in Breecamp zorgen kleine biomassacentrales voor de verwarming van huizen en bedrijven. Begin dit jaar verleende de gemeente een vergunning voor een grotere biomassacentrale op Voorst. Hierover maken vele Zwollenaren zich terecht grote zorgen. Ook de PvdA en D66 zijn al langere tijd kritisch over biomassa. Zo hebben we afgelopen november de wethouder gevraagd terughoudend te zijn ten aanzien van nieuwe initiatieven. Desalniettemin koos het college ervoor om de nieuw te bouwen centrale op Voorst geen strobreed in de weg te leggen. De komende jaren zouden in Nederland honderden biomassacentrales verschijnen, veelal draaiend op resthout. Wie garandeert dat er voldoende resthout beschikbaar is en blijft?

Advies van de SER
De Sociaal Economische Raad (SER) zegt dat biomassa – of biogrondstoffen – een belangrijke rol blijft spelen in een duurzame, CO2-neutrale en circulaire toekomst. Echter, het gaat daarbij vooral om de vraag hoe je het inzet. Ze maakt een duidelijk onderscheid tussen hoogwaardige en laagwaardige toepassingen. Hoogwaardige toepassingen zijn vooral de inzet bij de productie van materialen en in de chemie.  Laagwaardige toepassingen gaat over toepassingen waar goede alternatieven voorhanden zijn, zoals bij de productie van warmte in de kleine (Zwolse) biomassacentrales. Kleine centrales bieden daarmee geen toekomst voor de opwekking van warmte en elektriciteit. Het gebruik ervan moet worden afgebouwd, adviseert de SER. Daar waar op dit moment nog geen alternatief is voor biogrondstoffen – denk aan hoge temperatuurwarmte in de industrie en zwaar wegtransport – kan de inzet van biomassa als een overbruggingstoepassing gezien worden. Dit lijkt bijvoorbeeld ook te gelden voor de beoogde centrale op Voorst.

Hoe nu verder in Zwolle?
Wat de PvdA en D66 betreft is er een duidelijke strategie van het Zwolse college nodig. Bestaande biomassacentrales in Zwolle moeten gesloten worden. Hiervoor zijn prima alternatieve duurzame opties beschikbaar als zonne-energie, windenergie en eventueel geothermie. Zolang de centrales nog wel in gebruik zijn, willen we van het college weten hoe we dat zo duurzaam en met zo min mogelijk overlast kunnen doen. Op 1 juli schreef minister Wiebes in een kamerbrief dat hij de eisen voor uitstoot voor biomassacentrales fors wil aan te scherpen. De PvdA en D66 vinden dat deze eisen ook voor bestaande centrales moeten gelden. Juist kleine biomassacentrales kennen namelijk amper regelgeving op het gebied van uitstoot. Hierdoor slaat fijnstof neer in de achtertuin van onze inwoners. Met de nieuwe regelgeving kunnen we mogelijk ook besparen op de uitstoot van stikstof. Dat is hard nodig voor de woningbouwopgave in onze stad.

Tot zo ver de kleine centrales, wat te doen met de beoogde grotere biomassacentrale op Voorst? Omdat hier sprake lijkt van een zogenaamde overbruggingstoepassing is er waarschijnlijk niet direct een alternatief voorhanden. Desondanks willen de PvdA en D66 dat de wethouder zo snel mogelijk met de toekomstig exploitant in gesprek gaat over de adviezen van de SER. Is het nog logisch de centrale te bouwen? Is er echt geen alternatief denkbaar binnen een aantal jaren?

Tevens zegt de SER terecht: indien duurzame alternatieven pas op termijn inzetbaar zijn, moet je afwegen of een keuze voor biogrondstoffen als overbruggingsoplossing de voorkeur verdient boven nog even wachten op een alternatief. Het risico is immers dat er straks een centrale staat, terwijl na een aantal jaar een alternatief voorhanden is. Blijft die centrale dan nog twintig jaar staan, omdat deze er toch al staat? Is dat wat we willen?

Als die centrale er ondanks alles toch moet komen, vinden wij dat nu al gebouwd moet worden volgens de aangescherpte emissie-eisen die minister Wiebes wil laten gelden vanaf 2022. Want het kan toch niet zo zijn dat de inwoners in Frankhuis de laatste groep is die last krijgt van uitstoot, alleen omdat de eisen voor de centrale op Voorst nog nét niet golden.

Energieambities
Biomassacentrales sluiten betekent iets voor de klimaatambities van Zwolle. Ambities die we onverkort moeten halen. Tot op heden roept het college dat de inzet van biomassa daarbij noodzakelijk is. Nu biomassa ongeschikt is voor de toekomstige opwekking van warmte en elektriciteit moeten we kijken naar de alternatieven.

Allereerst moeten we in Zwolle veel en veel meer inzetten op energiebesparing. Als gemeente lopen we hierin hopeloos achter. Zo hebben de PvdA en D66 eerder gepleit voor de ondersteuning van inwoners door energiecoaches, een energiefonds en aandacht voor onze inwoners met een kleine beurs. Maar de meeste besparing moet bij Zwolse bedrijven vandaan komen. Daar heeft het merendeel de verplichte maatregelen nog niet genomen. Desondanks er is geen sprake van voldoende handhaving of ondersteuning bij deze bedrijven.

Naast energie besparen, moet je ook kijken naar andere vormen van energieopwekking; geothermie, zonne-energie en windenergie. Inmiddels zijn er een aantal zonneparken in Zwolle waarin Zwollenaren participeren. Inwoners van Tolhuislanden zijn druk hun plannen met wind en zon vorm te geven. Dat is allemaal erg mooi. Maar kijkend naar geothermie, lijken de opbrengsten hoogst onzeker. Wat onze fracties betreft is de tijd dan ook rijp om ook voor Zwolle-Zuid de discussie over windturbines te voeren. De veranderende inzet van biomassa, de onzekerheid over de opbrengsten van geothermie in Zwolle, de achterblijvende energiebesparing en de urgentie om een leefbaar Zwolle voor onze kinderen achter te laten, rechtvaardigen dat alle coalitiepartijen over hun eigen schaduw heen stappen in deze discussie.

College aan zet
De inzet van biomassa blijft nodig voor een duurzame toekomst. Maar niet op de manier waarop we dat nu in Zwolle doen. Om te kijken of het college onze oplossingsrichting deelt, stellen we schriftelijke vragen aan het college. Mocht de antwoorden hierop niet bevredigend zijn, dan zullen we direct na het zomerreces om een debat vragen.

Benieuwd naar de vragen? U leest ze door deze pdf te openen:  Art 45 vragen stop met biomassa
Hieronder ziet u de gestelde vragen en het antwoord van burgemeester en wethouders.

Algemeen
1. Hoe kijkt het college naar de uitkomsten van de onderzoeken van het PBL en de SER?
Antwoord: De PBL-rapportage bevat waardevolle aanbevelingen voor het nieuwe ‘integrale duurzaamheidskader biomassa’. De PBL-rapportage vomt een belangrijke bouwsteen voor het SER-advies. Het college is blij met de heldere lijn die het SER-advies geeft.

2. Deelt het college de door de PvdA en D66 geschetste oplossingsrichting?
Antwoord: Op het moment dat de reactie van het rijk op het SER-advies en PBL-rapportage beschikbaar is, zullen wij ons huidige duurzaamheidsbeleid hieraan toetsen en uw raad informeren over de gevolgen hiervan voor ons gemeentelijk duurzaamheidsbeleid. Wij actualiseren het gemeentelijk beleid hierop in nauwe samenspraak met u en onze stakeholders zoals de provincie Overijssel.

3. Is het college nog van plan nieuwe biomassacentrales toe te staan?
Antwoord: De initiatiefnemer van de biomassacentrale Voorst, de firma Brouwer Duurzame Energie Ontwikkeling B.V., heeft in haar brief van 21 februari 2020 aangegeven om met de gemeente Zwolle in gesprek te gaan over de uitkomsten van de PBL-rapportage en het SER-advies. We zijn inmiddels in gesprek. Begin augustus 2020 heeft de firma Brouwer de SDE beschikking ontvangen. Tevens heeft de firma Brouwer een bewonersklankbord ingesteld. En is er al een eerste bewonersavond geweest. De belangen van onze inwoners zijn voor ons belangrijk en we volgen dit proces nauwgezet. We komen met de informatienota “Biomassa deel 2” op de voortgang terug. Algemeen geldt dat wanneer er een vergunningsaanvraag voor een biomassacentrale binnenkomt dan toetsen wij deze aan de huidige landelijke wetgeving. Hierin zijn ook de effecten op de omgeving, met name op het gebied van milieu en gezondheid, verankerd. Voldoet een aanvraag aan de landelijke wetgeving, dan is de gemeente wettelijke verplicht de vergunning te verlenen.

4. Op 4 juni 2019 heeft het college aangegeven op basis van de onderzoeken van het PBL en de SER de huidige strategie te toetsen en waar nodig bij te stellen. Wanneer kan de raad een raadsvoorstel met een bijstelling van beleid verwachten?
Antwoord: College gaat vooruitlopend op nieuwe landelijke wet, kader en regelgeving geen positie innemen. De SER adviseert het Kabinet om de regie te nemen ten aanzien van dit vraagstuk. In de raadsnota “Biomassa deel 2” komen we hier nader op terug.

Bestaande centrales
5. Volgens de SER kan de inzet van biogrondstoffen voor flexibel vermogen, voor warmte via bestaande warmtenetten en pieklast, een mogelijke overbruggingstoepassing zijn. Wat betekent dit volgens het college voor de bestaande biomassacentrales in Zwolle?
Antwoord: Zie beantwoording vraag 1 t/m 4.

6. Worden de bestaande warmtenetten die nu draaien op deze centrales met prioriteit aangesloten op duurzamere warmtebronnen?
Antwoord: Zodra er meer duidelijk is over het duurzaamheidskader vormt dit een onderdeel van de brede afweging en actualisatie van het duurzaamheidsbeleid.

7. Hoe lang blijven de bestaande centrales, deze laagwaardige toepassingen, nog draaien (op houtpellets)?
Antwoord: Dit is afhankelijk van het nog op te stellen rijksbeleid, hier is nog geen tijdsindicatie aan te geven.

8. Is het college bereid – voor de periode dat deze centrales nog gebruikt worden – te kijken hoe deze qua uitstoot (CO2, fijnstof, stikstof, etc) verbeterd kunnen worden?
Antwoord: Afhankelijk van het nog op te stellen Rijksbeleid gaat het college bepalen of er aanvullende acties richting deze centrales nodig zijn om de uitstoot te verbeteren.

Beoogde centrale op Voorst
9. Per brief in februari 2020 heeft Brouwer aangegeven bereid te zijn om in gesprek te gaan over d uitkomsten van de onderzoeken van het PBL en de SER. Is het college van plan om dit ook te gaan doen? a. Zo ja, met welk doel? b. Zo nee, waarom niet?
Antwoord: Het college is en blijft in gesprek met Brouwer om de mogelijkheden te verkennen hoe te anticiperen op het verwachte duurzaamheidskader. Brouwer heeft een klankbordgroep van bewoners ingesteld. Ze willen tegemoet komen aan de wensen van de bewoners door met hen afspraken te maken over de te treffen maatregelen die verdergaand zijn dan het wettelijk minimum. Vanuit de gemeente zullen we waar nodig in dit proces ondersteunen. Daarnaast zijn we aan het onderzoeken hoe wij dergelijke afspraken kunnen verankeren tussen Brouwer en de gemeente. In de raadsnotitie “Biomassa deel 2” komen we hier op terug.

10. Mocht de centrale op Voorst toch gerealiseerd worden, is het college dan bereid scherp aan te dringen op het toepassen van de aangescherpte emissie-eisen die minister Wiebes wil laten gelden vanaf 2022?
Antwoord: Het college is bereid om in het gesprek met Brouwer dit onderwerp mee te nemen. Brouwer heeft al laten weten de intentie te hebben om haar installatie aan deze normen te laten voldoen. We onderzoeken de juridische mogelijkheden om dit in afspraken tussen Brouwer en de gemeente vast te leggen (zie vraag 9.).

11. Welke gevolgen heeft de huidige stikstof-problematiek voor de realisatie van de biomassacentrale op Voorst?
12. Welke stikstofruimte zou het niet-realiseren van de biomassacentrale op Voorst opleveren? Hoeveel woningen/projecten zijn daarbij gebaat in Zwolle?
Antwoord vraag 11 en 12. De vergunningsprocedure Wet natuurbescherming (Wnb) voor de biomassacentrale op Voorst, waarin het stikstofvraagstuk een onderdeel is, is in behandeling. Het bevoegd gezag is de provincie Overijssel. Klimaatambities

13. In welke mate dragen de huidige biomassacentrales in Zwolle (op papier) bij aan de klimaatambities in Zwolle?
Antwoord: De klimaatambitie is een aardgasloos Zwolle in uiterlijk 2050. Door de huidige biomassa installaties zijn circa. 750 woningen (van de circa 57.000 woningen in Zwolle) aangesloten op een niet fossiele warmtevoorziening.

14. Wat betekent dit aan extra energieopwekking indien dit volledig vervangen zou worden door windmolens of zonneparken?
Antwoord: De volledige warmteopwekking van de huidige biomassacentrales in Zwolle betekent een equivalent aan energie van globaal één extra windturbine of tussen de 5 ha (intensief) en 10 ha (extensief) zonnepark. De huidige bron (hoge temperatuur) zal niet zo maar 1 op 1 uitwisselbaar zijn met alternatieve duurzame bronnen zonder dat dit infrastructurele aanpassingen (gebiedsniveau) en/of isolatie inspanning (gebouwniveau) vergt.

15. Hoe is het college van plan de uitfasering van deze centrales te compenseren?
Antwoord: In verband met alle afhankelijkheden, waaronder het standpuntbepaling van het Rijk, is hier nog geen antwoord op te geven.