Middeninkomens tussen wal en schip

1 oktober 2019

Bijdrage PvdA bij debat over de Ontwikkelstrategie Wonen 30-9-2019

Ik ben eigenlijk van plan het ergens niet over te gaan hebben vanavond. En dat wordt moeilijk en hoogstwaarschijnlijk laat ik me er toch toe verleiden. Maar, ik wil het vanavond niet gaan hebben over de woningmarkt.

De Partij van de Arbeid heeft het liever over volkshuisvesting. Over het recht voor iedereen op een goede, betaalbare woning. Een woning waar je je thuis voelt. En dat recht staat zelfs in de grondwet: “Voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid”, aldus artikel 22 van die grondwet. De Partij van de Arbeid vindt dat niet alleen de landelijke overheid, maar juist ook de lokale overheid weer regie moet nemen op dit thema. Want de markt alleen gaat er niet voor zorgen dat al die woningzoekende Zwollenaren die goede, betaalbare woning zullen vinden.

Als we aan de ene kant kijken naar de wooncrisis en welke groep hier het meest onder lijdt, en als we aan de andere kant kijken naar de nieuwe woonplannen van dit college, moeten wij constateren dat dit college meer kan doen voor deze groep.

Allereerst: over welke groep heb ik het dan?
Ik heb het over die groep huidige of toekomstige Zwollenaren die tussen wal en schip valt: inkomen te flex voor een hypotheek, te hoog voor een sociale huurwoning.

Ik heb het over de basisschoolleraar, de politieagente, de verpleegkundige, maar ook tekstschrijvers en kunstenaars die vaak als zzp’er werken. Een groep die ook wel bekend staat als “de middeninkomens”. Iedereen kent de verhalen wel, van een zoon of dochter die weer thuis komt wonen op zijn/haar 28ste, van mensen die gedwongen in een te dure huurwoning zitten. Stelletjes op zoek naar een huis met een tuin, maar die telkens overboden worden Voor ons is vanavond de centrale vraag: hoe gaat Zwolle ervoor zorgen dat ook deze groep gehuisvest wordt?

Het college onderkent dit probleem trouwens: in algemene bewoordingen komt in de woonplannen telkens terug dat Zwolle een ongedeelde, inclusieve stad moet zijn, waar voldoende sociale huurwoningen gebouwd worden. Waar gewaakt moet worden dat goedkope koopwoningen ook voor starters beschikbaar blijven.

Anti-speculatiemaatregelen!
Dat brengt mij meteen op de maatregelen die dit college wél gaat nemen en waar onze fractie ook ontzettend blij mee is: de zelfbewoningsplicht en het anti-speculatiebeding. Twee broodnodige maatregelen, die wat ons betreft zo snel mogelijk ingezet gaan worden. Maatregelen waarvan alle woongerelateerde partijen in Zwolle zeggen dat die gaan helpen om nieuw te bouwen starterswoningen daadwerkelijk voor die groep beschikbaar te houden. Maar voor welke woningen gaat dit nu gelden? Worden die woningen nog wel gebouwd? Daar kom ik straks op terug.

Meer sociale huurwoningen voor grotere doelgroep
Eerst wil ik de raad meenemen in een mogelijke oplossing voor de genoemde doelgroep. Die oplossing bestaat uit twee elementen:
1. Vergroot de doelgroep van de corporaties
2. Zorg dat de corporaties meer mogen bouwen.
Ik weet niet wie een beetje bekend is met de inkomensgrenzen voor corporaties maar het is nu zo: je mag maximaal 38.000 euro verdienen om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. Corporaties mogen echter 10% van hun woningen verhuren aan hogere inkomens – tot 42.000. En nog eens 10% aan nog hogere inkomens – tot 48.000. Op dit moment wordt slechts een klein percentage toegewezen aan die ruimere doelgroep. Wij roepen het college op samen met de corporaties te kijken om samen te kijken hoe ook die bredere doelgroep, die anders geen betaalbare huur – of koopwoning kan vinden, ook bediend kan worden, zonder dat de primaire doelgroep in de knel komt. Dat laatste zou dus betekenen dat er meer sociale huurwoningen moeten worden gebouwd. Meer dan de huidige 20%.

Zorg voor meer betaalbare koopwoningen
Tot zover ons voorstel voor deze groep voor de huursector. In de koopsector vinden wij dat het college te veel bij de markt laat. Dan heb ik het specifiek over het voorstel om het prijssegment “goedkoop/bereikbaar” op te schroeven van 180.000 naar 210.000. Er staat letterlijk in de plannen: Doel van de aanpassing is om de prijsgrenzen te laten aansluiten aan de marktomstandigheden ten behoeve van een gezonde werking van de woningmarkt.
Als er al iets aangepast moet worden dan lijkt met het doel om meer mensen van een betaalbare woning te voorzien en niet om de markt an sich beter te laten functioneren: die markt werkt op dit moment namelijk vooral in het voordeel van ontwikkelaars en beleggers.

Voor de helderheid: van alle nieuw te bouwen woningen wordt 10% zogenaamd bereikbare koop gebouwd. Die categorie was eerst tot 180.000 euro, maar de argumentatie van het college is, dat het niet meer mogelijk is om grondgebonden woningen onder de 210.000 euro te bouwen. Nog wel appartementen, maar hoeveel en in welke prijscategorie wordt ook niet duidelijk. De groep Zwollenaren die onder de 50.000 euro verdient kan dus fluiten naar een eengezinswoning. Hoe helpt deze verschuiving nu iemand?

Onze oplossing: voer een Robin Hood-constructie in. Zorg dat binnen een nieuwbouwproject de duurdere woningen de goedkopere woningen financieren. Meer dan nu al het geval is. Wellicht kan er een extra korting op de grondprijs komen voor projectontwikkelaars die dit willen doen. Bouw 10% van de woningen in de categorie tot – zeg 190.000. En financier dat door de overige segmenten iets duurder te verkopen.

Dat is meteen onze tweede zorg: de verdeling van de woningen in het middeldure segment: over de verdeling binnen die categorie die loopt tussen de 210-325 worden geen harde percentages afgesproken. Hoe kunnen we nu borgen dat er niet alleen aan de bovenkant van de categorieën wordt gebouwd, maar juist ook voor de starters? Ook hier roepen wij het college op: zorg voor heldere afspraken vooraf. Anders staan we straks aan de zijkant toe te kijken hoe er steeds duurdere en duurdere woningen bijkomen en een deel van onze inwoners tussen die wal en dat schip blijft.

Ja, we hebben marktpartijen, investeerders, beleggers nodig. Een samenwerkingsverband – zoals het concilium – daar is niemand op tegen. Maar uiteindelijk is het de gemeente die de regie moet nemen en de regels bepaalt. Die het algemeen belang en het recht op wonen moet verdedigen. De PvdA heeft een aantal punten genoemd waarop die regie wat ons betreft ontbreekt en waar die strakker moet.