Door op 7 april 2015

Actualisering Horecavisie nodig en realistisch

Politiek kun je – idealiter – omschrijven als maatschappelijke vormgeving op basis van inhoudelijke keuzes. Dat is natuurlijk gekleurd en verwijst sterk naar maakbaarheid of – op zijn minst – het bijsturen van ongewenste ontwikkelingen.

De bestuurlijke praktijk is – ook in gemeenten – vaak weerbarstiger: het college van burgemeester & wethouders formuleert een beleidsvisie op een bepaald terrein, krijgt daarvoor de steun van de de gemeenteraad en constateert vervolgens dat het beleid al snel wordt ingehaald door de werkelijkheid. Die situatie doet zich ook voor bij de Zwolse Horecavisie ‘Gastvrij en vitaal 2012-2017’ die de raad pas twee jaar geleden heeft vastgesteld.

De evaluatie van de Horecavisie geeft aan dat de hoofdlijnen van de horecavisie (concentratiegebieden, toevoeging van nieuwe en hoogwaardige concepten, maximering van de groei en inzet van de sector) goed hebben gewerkt, maar dat de wensen en het gedrag van de consumenten ten aanzien van horeca en winkels zeer snel veranderen. Dit maakt een bijstelling van de horecavisie noodzakelijk. Zwolle is daarin overigens niet uniek: vergelijkbare steden blijken allemaal met dezelfde problemen te worstelen.

Het college heeft voorgesteld om

  • voor de korte termijn de hoofdlijnen van de horecavisie overeind te houden
  • op onderdelen wat te schuiven met soorten horeca die in diverse delen van de binnenstad zijn toegestaan
  • een zekere ruimte te bieden voor gemengde concepten van horeca en winkels, aansluitend bij een landelijke pilot
  • meer tijd te nemen voor het opstellen van een langere-termijnvisie

Dit roept bij ons geen bijzonder warme gevoelens op, maar wij beseffen dat deze aanpak het meest realistisch is. Met name gegeven de spanning tussen deels nog onbekende maatschappelijke en economische ontwikkelingen en de macht van het gemeentebestuur

Wel heeft de PvdA nog enkele opmerkingen gemaakt en vragen gesteld.

  1. Wij zijn van mening dat een gastvrije binnenstad een optimale mix van detailhandel, horeca, cultuur en evenementen vraagt en een gezamenlijke aanpak met ondernemers, aanbieders van cultuur en evenement en en de gemeente.
  2. Wij begrijpen dat er onderscheid gemaakt wordt tussen de aanpak op korte en op lange termijn. Onzekerheid over nieuwe trends en consumentengedrag is hiervoor het voornaamste argument. Dit is overigens een gegeven waar de gemeente geen invloed op heeft en dat dus steeds een handicap vormt voor het ontwikkelen van lange-termijnbeleid. Voortdurende aanpassing blijft dus noodzakelijk.
  3. Er wordt geconstateerd dat Zwolle aanzienlijk minder horeca heeft dan vergelijkbare steden als Deventer en Apeldoorn. Tegelijkertijd wordt gekozen voor beperkte groei van de horeca. Daarnaast blijkt dat de horecabestedingen van bezoekers aan Zwolle per saldo gelijk blijven. Ligt hier toch niet een onbenut potentieel voor Zwolle: zouden wij met meer (gerichte) horeca meer bezoekers naar de binnenstad kunnen trekken?
  4. Wij constateren dat met name door landelijke wetgeving de mogelijkheden voor functiemix tussen winkels en horeca wel heel erg beperkt zijn. We moeten hier dan ook geen wonderen van verwachten, maar we staan wel positief tegenover een pilot die ook voor Zwolle de ruimte biedt om mogelijkheden te verkennen.
  5. Er wordt een beeld geschetst van de procedures die initiatiefnemers moeten doorlopen. Laten we het vriendelijk zeggen: dat oogt niet altijd als een aanmoediging om in Zwolle een nieuw horecabedrijf te starten. Juist als we ons willen inzetten voor een beter horeca-aanbod in onze stad, is maximale medewerking van de gemeente hier op zijn plaats.